22 Vakantie

De stilte valt over de avond. Ruimte suist zacht tussen de bomen. Een hond blaft, maar nu al niet meer. Spelende kinderen en een auto in de verte. Zo klinkt stilte hier. Dan een snerpend geluid van niet al te ver weg. Ik ga op onderzoek uit. Een buurman blaast zijn vuur aan met een supersonische föhn. Ik kijk er even naar en dan loop ik weer terug. Ik weet genoeg en het geluid stopt. Grappig is dat altijd, dat je sommige geluiden pas hoort als ze afgelopen zijn. De ventilator in de douche, een zoemende koelkast. Als het stilvalt hoor je het nog even met terugwerkende kracht en dan valt de stilte past echt. Zoals een klok die niet meer tikt. Er vliegt een tuig over, langzaam maar zacht snorrend en steeds verder weg. Dan is het weer stil. Hoe stiller het wordt des te meer onrust voel ik in mijzelf. Ik zucht. Twee weken hier lijken mij ondraagbaar lang. Op dit moment.

De reis viel zoals altijd achteraf wel mee. We deden er een uur of vijf over inclusief twee pauzes van een kwartier. Even de stenen brekken. Bij de tweede stop was de voertaal al Frans. Daarna begon de weg langzaam te golven en ik moet zelfs een aantal keren naar rechts op het kruipspoor tussen de vrachtwagens. De Volvo is dan ook behoorlijk beladen, tot boven het niveau van de zeven dwergen die geen enkel uitzicht meer hebben. Te veel meegenomen.

– Ik mocht niet steeds commentaar op je hebben van Laura, zegt Lina, mijn schoonmoeder, als de snelheid door het klimmen terugloopt.
– O, en kreeg je nog verdere instructies?
– Dat zal je wel merken.
– Het was dus nog wel een heel lijstje?!
– Ja, en jij?
– Nee, ik heb geen speciale orders gekregen. Ik ben toch niet aan te sturen. Dat weet ze wel.
Lina lacht.
– Fijn dat je het zelf ook weet.
– Je hoort wel es wat hè.
– Daar was je zeker wel blij mee?!
– Blij en opgelucht ma, het maakt mijn hele vakantie tot een feest van ontspanning.

De yurt waarin we verblijven is een grote blauwe Mongoolse tent, 7 stappen in doorsnee, 35 als ik er omheen loop. De yurt is nog volop in gebruik bij semi-nomadische stammen in Mongolië, Kirgizië, Kazachstan en China. En hier in de Ardennen op Camping de la Semois staan er dus ook drie. Een oranje, een rode en een blauwe. Iedereen heeft z’n vaste plaats in een yurt, omdat de ruimte voor een hele familie beperkt is. Ook is het gebruikelijk om in een yurt altijd tegen de klok in te lopen om botsingen te voorkomen. Wij doen het niet maar het is een aardig idee. Tegen de klok in lijkt mij vreemd maar het is dezelfde richting als schaatsers en baanrenners. Ik weet niet welke betekenis ik daaraan kan toekennen, alhoewel echte wielrenners wel nomadische trekjes hebben, anders zouden ze niet in drie weken heel Frankrijk doortrappen en de Elfstedentocht is van oorsprong ook een nomadische behoefte, realiseer ik mij dan. Inmiddels is het avond geweest en het is morgen geweest. De eerste dag.

Ate Vegter, 12 juli 2015

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s