40 Kamp

Vandaag gaat Elsje, eh, Sofieke op kamp. Ik heb dat heel soms dat ik haar Elsje noem, naar mijn jongste zusje, net zoals ik Laura soms Petra noem, naar mijn vorige relatie, wat natuurlijk vele malen ernstiger is, maar gelukkig heet het tweelingzusje van Laura ook Petra, dus ze is het wel gewend, zegt ze, maar pijnlijk blijft het natuurlijk wel. Mijn andere zusje noemt een van haar zoons ook wel eens Ate, dus het komt wel vaker voor dat het hoofd nog met een ouwe floppy werkt.

Sofieke is dus op kamp. Ze vond het heel spannend, maar sliep toch goed vannacht. Vanmorgen in alle vroegte eerst naar de BSO en daarna samen met de andere kinderen naar Laren gereden, naar de Scouting Raboes Blijdenstein, pal naast Crailo. Ik vroeg haar vanmorgen, wie ga je nu meer missen, je iPad of je ouders, want beiden mochten niet mee, maar ver voor de vraag was afgelopen, priemde haar vinger al naar Laura. Mama, zei met een zweem van heimwee en verdriet in haar ogen. Ze is nog nooit zo lang zonder ons geweest, of wij zonder haar, we zullen zien hoe het gaat. Het is een groot kamp met 39 kinderen en 9 leiding dus dat komt wel goed. Bovendien duurt het maar één overnachting en twee dagen en is ze morgenavond weer thuis, dus waar hebben we het over, ja.

Het doet mij denken aan de vele kampen waarmee ik vroeger zelf ben mee geweest. De kampen van Koningskinderen, dat was de jeugdvereniging van onze kerk. Jarenlang gingen alle Koningskinderen in de zomer een week op kamp. Wij werden net als nu ook gebracht door de ouders, maar we gingen ook wel eens met een bus. Er reed dan een vrachtwagen achter aan met dertig fietsen erop. Groot initiator en inspirator uit die tijd was tante Nel. Zij had de jeugdvereniging opgezet en groot gemaakt en heeft zo vele levens ruimhartig beïnvloed, want er zijn vele liefdes en huwelijken uit voortgekomen.

Andere leiders van het eerste uur waren oom Kees en tante Bartje, die altijd lief en enthousiast waren, hoe krijgen ze het voor elkaar, en streng ook nog als het nodig was, je kent dat wel. Oom Kees kon heel goed het kraaien van een haan nadoen. Elke dag werden wij door hem wakker gekukelekuud en soms deed hij het ook op verzoek. Daar had Petrus nog wat van kunnen leren. Zo’n kamp heeft een natuurlijke en sterke neiging tot chaos en rotzooien, zodat de discipline noodzakelijkerwijs streng was. Er mocht bijvoorbeeld niet iets negatiefs gezegd worden over iemand anders, maar ook niet over het eten.

Op de dag dat de aardappels een keer niet gaar waren, werd dat wel erg moeilijk, maar mijn broer wist er toch een draai aan te geven en meldde tante Bartje aan tafel dat hij de aardappels bikkelheerlijk vond, waar iedereen het mee eens kon zijn. En ik herinner me ook nog een filmpje van zo’n kamp waarin een emmer geschilde aardappels omviel en dat filmpje werd dan eindeloos heen en weer gespoeld, zodat de aardappels steeds weer uit en in de emmer vlogen. Het is met de hedendaagse technieken een filmpje van niks, maar toen was het bijzonder indrukwekkend en het beeld staat mij nu na al die tijd nog helder voor ogen. Inmiddels missen wij Sofieke misschien wel meer dan zij ons, maar we hebben een mooi plan B. Wij gaan naar de sauna.

Ate Vegter, 31 juli 2015

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s