Het overkomt misschien wel meer kinderen, maar in ieder geval overkwam het Sofieke afgelopen woensdag. En het was niet een gebeurtenis die je al van ver af zag aankomen. Eerlijk gezegd hadden we geen idee dat dit ons zou gebeuren. Sofieke zette dinsdagavond haar schoen. Een mooi zwart gelakt balletschoentje, een meisjespump, heel mooi en wat meer is, twee worteltjes erin voor het paard en een tekening voor Sinterklaas, die Zwarte Piet wel zo goed als zeker zou willen meenemen. Goed, liedje gezongen, tanden gepoetst en dan naar bed, heerlijk slapen en gezond weer op en dan de volgende dag een verrassing in je schoen, want zo gaat dat. Wel, een verrassing was het. Drie kadootjes stonden er amechtig tegen de kachel geleund: een kleurboek, een Sinterklaaskalender en een zakje pepernoten in gewoon Sinterklaaspapier.
– Dat is van de grapjespiet, zei Sofieke terwijl ze de pepernoten begon op te peuzelen, maar waar is eigenlijk mijn schoen? Papa, mama! Mijn schoen is weg!
Ik kon het eerlijk gezegd niet geloven en heb nog de hele kamer doorzocht, maar we vonden niets anders dan het linker lakballetschoentje en verder niets. Het rechterschoentje was weg en bleef weg. Piet moest het hebben meegenomen, dat kon niet anders, dacht ook inmiddels Sofieke. Later op de dag kwam zij heel diep achterin de trapkast een rol Sinterklaaspapier tegen:
– Mama, hij heeft mijn schoen meegenomen, maar hij heeft zijn pakpapier vergeten.
Hier bleek toch wel overduidelijk dat wij met de Alzheimerpiet te maken hadden. Alles liep fout en de domste dingen werden vergeten. Nu was ik toevallig die middag even voor een kleine afspraak in het Weeshuis en wie schetst mijn verbazing toen ik daar een enorm gesnurk hoorde:
– Wie is dat? Wie snurkt daar zo als een houtzagerij?
– Ssst! siste Zwarte Piet, die ik nog niet had opgemerkt maar die bij de brandende open haard zat.
– Dat is Sinterklaas. Hij ligt boven in bed. Wees stil! Hij slaapt. Hij heeft nog een uurtje en dan kan hij weer het dak op,
Onmiddellijk voelde ik een enorm mededogen met deze oude man, die geen moment rust kende, behalve nu dan, maar toch ogenblikkelijk na het ontwaken in de late middag weer z’n tabbert aan moest en te paard de dakpannen moest beklimmen, die toch op zijn minst glad zouden zijn na al die regen. En ik trooste mij met de gedachte dat de meesten van ons hun pepernoten toch op een heel wat comfortabeler manier weten bijeen te scharrelen, ik in ieder geval wel dacht ik, met mijn eenvoudige gemeentelijke werkzaamheden in gedachten.
– Logeert hij hier? vroeg ik.
– Ja, zei Piet, de Pieten hebben net alle schoentjes uit de buurt gebracht en nu rust hij een uurtje voordat zijn ronde begint. Het valt nog niet mee hoor om de heilige der kinderen te zijn. Op het dak is nog tot daar aan toe, maar hoe vind je iedere keer maar weer een beetje kwaliteitsregenpijp om met paard en al naar boven te klimmen.
Dat probleem kon ik mij wel heel goed voorstellen en met grote dankbaarheid dacht ik aan onze eigen vernieuwde regenpijpen aan de voorkant van het huis die voor de Sint en zijn paard, mede dankzij de bevestigingspunten in de muur, toch heel toegankelijk waren en bovendien, dan was Sofieke ook nog eens heel snel aan de beurt. Toen drong tot mij door wat Zwarte Piet eigenlijk had gezegd en ik keek naar de open haard, waarvoor ik een lange rij schoentjes ontwaarde, waaronder ook het rechter lakballetschoentje van Sofieke.
– O, ik begrijp het. Ja, dat is natuurlijk voor volgende week, wanneer Sint hier de kinderen uit de buurt ontvangt.
– De Pitto-kinderen uit de buurt, corrigeerde Zwarte Piet mij.
– O pardon, ja natuurlijk, ik begrijp het. Eh, ik ben zo terug. En als de gesmeerde bliksem haalde ik Sofieke op en vertelde haar dat ik haar schoentje had gevonden en dat Piet het bij Sinterklaas had gebracht en dat ze stil moest zijn, want dat ie sliep, maar dat ie wel heel erg snurkte.
We liepen nu samen het Weeshuis binnen. Ik voorzichtig en Sofieke alert. Toen ze het gesnurk hoorde, kwam ze meteen terzake:
– Jij snurkt ook hoor, papa, maar niet zo hard gelukkig. Waar zijn de andere Pieten?
Ate Vegter, 20 november 2015