Ik doe een opleiding Leiderschap voor 1Amsterdam. De lokatie is het gebouw van de Nederlandsche Handelmaatschappij, oftewel het oude ABN-AMROkantoor, oftewel Gebouw De Bazel. Meneer Karel de Bazel (1869-1923) is de architect van het gebouw. We krijgen een kleine rondleiding door een fluisterende, maar heel betrokken gids, die met veel liefde over het gebouw spreekt. We zien twee prachtige houten telefooncellem, de kleine directiekamer en de grote directievergaderzaal, die helemaal niet past in de stijl, maar eerder protserig dan modern is. Moest van de directeur, zeer tot ongenoegen van Karel. In de plafonds en ook aan de buitenkant van het gebouw zie je steeds drie trappetjes. Dat symboliseert de gedachte dat je steeds hogerop kunt. Het is een prachtig gebouw met veel details en ook nog veel schilderijen van ons koningshuis, die de bank heeft vergeten en waar ze nu ongelofelijk spijt van hebben. We kijken even in de Dagobert Duck-achtige kluis, maar al het geld is weg en de duikplank ook. Inmiddels zit het zeer bezoekwaardige Stadsarchief nu in het pand en de Stadsboekhandel en een café en een congrescentrum, waar wij vandaag les krijgen. De koffie en de broodjes zijn goed en de zalen heel prettig en mooi om naar te kijken, waneer je gedachten even afdwalen. Dat gebeurt niet al te vaak, want het is een interessante opleiding en een leuke groep. Omdat het in de stad niet gemakkelijk parkeerbaar is pak ik vanmorgen de fiets, toch nog frisser dan ik dacht, dan de bus en dan de tram, 4, 9, 16, 24 of 26. 16 en 24 rijden vlak voor mijn neus weg. Dan maar de 9. Ik moet nu iets verder lopen maar dat is niet erg. Ik stap uit bij het Spui en loop naar de Vijzelstraat. Loop het café in. Die sturen me terug de hoek om, die sturen me weer terug maar de hoofdingang. Allemaal voor de koffie. Waarom loop ik daar niet gelijk naar toe? Dan ben ik binnen. Even voor half negen. Op de derde verdieping zie ik mijn klasgenoten. We drinken koffie en kletsen bij. Dan gaan we beginnen. Om half zes mag ik weer naar buiten. Ik stap nu voor de deur in, in een overvolle tram. Ik sta vlak bij de bestuurder en mis het ronde wiel, waarmee hij de snelheid opvoert. Dat gaat nu met een pedaal, zie ik. We rijden al bellend over de drukke Dam en opeens denk ik terug aan mijn eerste weken in Amsterdam, toen ik nog in Rotterdam woonde en ook met de tram van het CS naar de Keizersgracht reed. Het was 1980, ik was 27. We zijn bij het CS. Ik stap uit: Tot morgen allemaal, roept de trambestuurder. Ik loop door het station naar de IJ-zijde, de trap op, waar de bussen stoppen. Ik rijd langs de file en ben vijf over zes in Monnickendam. Ik haal pizza en ben nog net voor Laura en Sofieke thuis.
Ate Vegter, 10 april 2017
oh ja, dat ronde wiel! Ik zit meteen in die tram 🙂
Je klassemaatje
LikeGeliked door 1 persoon