819 Naar de kapper

Ik ben er al talloze malen voorbijgelopen, maar nooit ga ik er naar binnen. Aan de cliëntèle kan het niet liggen, want dat zijn allemaal jongens met zwart haar, net als ik, alleen de helft jonger. Maar het is er altijd druk en daar heb ik wel een broertje dood aan. Bovendien wil ik mijn haar nog niet laten knippen, wat wel een elementair bezwaar is bij de kapper, maar wat steeds meer wegvalt, omdat ik toch ook niet op Mouth & MacNeal wil gaan lijken. Ik herinner me hun liedjes maar al te goed en opeens zit ik bij mijn zusje en zwager in de groene Simca naar het strand, met ‘How do you do’ zachtjes op de achtergrond. Vandaag zit er één klant onder het mes en één in de wacht, het is oktober, ik laat mijn baard staan en ik ga naar binnen.

De zaak is zo klein dat ik op het moment dat ik de winkeldeur achter mij sluit zo dicht bij de kapper sta dat ik wel wat tegen hem moet zeggen:
‘Goedemiddag, hoe lang duurt het ongeveer?’
Ik heb onmiddellijk spijt van wat ik zeg want het klinkt vreselijk ongeduldig, terwijl ik alle tijd heb.
‘Een kwartiertje,’ zegt de kapper. Ik ga zitten naast de andere wachtende man, die direct opstaat:
‘Wat wil je drinken? Koffie, thee…’ vraagt hij allervriendelijkst. Mijn hart springt op, want dat vind ik leuk, zo’n assistent in de zaak. Het doet mij denken aan de schoenmaker waar ik toen ik nog op school zat voor werkte en waar ook altijd twee jongens in de zaak rondhingen, de één zag er niet al te snugger uit, maar deed toch allerhande klusjes, maar de ander vond ik het interessants, want die had behoorlijk mismaakte handen, z’n vingers zaten helemaal aan elkaar vastgegroeid. Wanneer hij koffie dronk moest hij z’n kopje met twee handen optillen, maar hij kon tot mijn niet geringe verbazing z’n vingers net zoveel bewegen dat hij er wel shaggies mee kon draaien, wat hij dan ook de hele dag deed. Ik heb trek in een glaasje water, maar wil hem niet teleurstellen:
‘Koffie graag.’
Hij draait zich weg en gaat aan de slag:
‘Melk en suiker?’
‘Alleen melk graag.’
Even later zet hij de koffie naast mij op het tafeltje. Er is nog een vijfde persoon in de zaak, die mij tot nu toe niet was opgevallen, maar die mij nu zit aan te gapen. Het is een klein jongetje van een jaar of acht met een strak kapsel met een bliksemschicht aan de zijkant, dat mij aan jonge Feyenoordspelers doet denken. Even later is de kapper klaar. Hij houdt een spiegel achter het hoofd van de geknipte klant die goedkeurend opstaat, betaalt en met zijn zoontje de zaak verlaat.

De kapper veegt nu de vloer aan rond de zwarte stoel en geeft een zwaai aan de zwengel, waardoor de zitting van de stoel zich omkeert. Zo’n stoel wil ik ook! Hij maakt een uitnodigend gebaar in mijn richting, ik sta op en ga voor de spiegel zitten.
‘Hoe wil je het hebben?’
‘Doe maar zoals jij.’

 

Ate Vegter, 11 oktober 2017

http://www.atevegter.wordpress.com

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s