De avond is gevallen, maar ik ben nog vroeg en op de fiets. Vanmiddag was ik laat en met de auto. Dat zal niet weer gebeuren. Ik overweeg nog even om ver van te voren een oriënterend bezoekje te brengen aan de locatie, zodat ik precies weet waar ik moet zijn, maar ik ben er wel honderden keren langs gereden dus het zal mij wel lukken om op tijd in de remmen te knijpen.
Goed. Ik ben dus nog mooi op tijd, zet alle per ongeluk nog brandende fietslichtjes uit en ga naar binnen. Ik hang mijn jas op en word hartelijk begroet door Vincent:
‘Ha, Ate, jij dacht natuurlijk eindelijk een rustig avondje zonder Fleppyie Auwurs te hebben, maar dat gaat niet gebeuren hoor.’
Hij is toch zo grappig. Inderdaad zie ik de gitaar en drum reeds in stelling gebracht, voor een gepast einde van de avond. We zijn nu nog aan het begin. Dat ontwikkelt zich gemoedelijk in een vriendelijke en gedreven stemming. We maken een rondje en ik geef mijn naam en beroep.
‘Ja, en, en?’ spoort Vincent mij aan. Ik begrijp onmiddellijk waar hij op doelt en vertel ongemakkelijk dat ik elke dag een stukje schrijf. Ik hou er eigenlijk niet van om daar iets over te zeggen, maar Vincent stuurt mij aan en ik herinner mij het assessment van vanmiddag: spreek je meer uit. Hm. Eigenlijk niks voor mij.
In de loop van de avond komt er van alles voorbij en aan het eind van de avond hebben we de nieuwe kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018 en het verkiezingsprogramma vastgesteld. Er is hier en daar wat gedoe over de precieze formulering en ik bedenk dat ik daarbij graag zou willen helpen, maar ik zeg niks. Ik hou mijn mond. Ook bedenk ik, wanneer het gaat over energie en zonnepanelen en dat soort dingen, dat ik benieuwd ben of iedereen hier ook vindt dat zonnepanelen in de oude stad nog steeds niet zichtbaar mogen zijn vanaf de openbare weg. Ik vind dat je daar wel voorzichtig mee moet zijn, maar dat het niet per definitie erg is wanneer ze vanaf de straat te zien zijn. Ik overweeg dat allemaal, maar ik zeg ook hier niets over. Denk wel steeds aan het advies van het assessment. Ik zou mij meer kunnen uitspreken. Misschien bedoelt-ie dit dan. Doe het dan. Ik doe het niet.
Ik heb zo vaak dat mij achteraf te binnen schiet wat ik had willen zeggen. L’esprit de l’escalier noemen de Fransen dat zo prachtig. Maar dan zeg je in ieder geval nog iets. Nu heb ik helemaal niks gezegd. Het voelt oké maar ook een beetje mager. Eigenlijk moet er iemand zoals Vincent naast mij zitten die me af en toe een por geeft en zegt: Toe maar, zeg het maar. Het is te bizar om je voor te stellen. Ik moet het natuurlijk zelf doen. Morgen dan maar, dat is een mooie dag voor alles. De avond wordt afgerond met een lied en een bitterbal, ik pak mijn fiets en ga naar huis. Onderweg loopt de ketting eraf. Hij ligt er zo weer om, maar ik voel wel dat-ie niet goed gespannen staat. Té ontspannen is ook niet alles.
Ate Vegter, 7 november 2017
www.atevegter.wordpress.com
De l’esprit de l’escalier herken ik helemaal – lullig is dat hè. Maar er zijn vaak toch meerdere wegen om inslag te hebben (dan op de vergadering).
En een gedegen overdacht verhaal voor een volgende vergadering is een van de opties. Leuk verhaal Ate, en met die ketting zit het verhaal weer goed vast!
LikeLike