Gisteravond afscheid genomen van Sinterklaas. Hij scharrelt hier alweer drie weken rond en het is ook een keer klaar. Eerst gezongen in de kerk en na het zingen in lichtende optocht van de kerk naar de haven. Hij is immers altijd met de boot, wat dat betreft is het wel een traditionele man. Ik denk dat je lang kunt wachten voordat hij met een elektrische auto komt.
De Pieten zijn heel wat moderner met hun lichtjes op schoenen en schouders. Sommigen zijn ook wat licht in het hoofd, alsof ze blij zijn weer naar huis te mogen, maar dronken is er geen. Ook de kinderen zijn verlicht. Lampionnen, fluoriserende armbanden en kettingen. Het is een wonderbaarlijk spektakel, zeker wanneer ze in heksenkringetjes dansen alsof ze hem daarmee weg willen jagen. De oude man zelf staat ondertussen rustig te zwaaien op de kinderbakfiets van de naschoolse opvang die hem door de menigte loodst. Bij de haven aangekomen geeft hij nog handjes, terwijl de Pieten spekjes uitdelen: Tot volgend jaar! We zingen met het mannenkoor uit volle borst ‘Dag Sinterklaasje!’ en ja hoor, hij stapt inderdaad aan boord. Even later komt de boot langzaam in beweging. Ik zie alle Pieten zwaaien, maar waar is de Sint? Hij zal toch niet stiekem achterblijven? Hij zal toch niet in het nachtelijk duister van boord geglipt zijn en zich nu schuilhouden in de dakgoot? Hij zal hier toch niet willen blijven? Je moet er toch niet aan denken. Stel je voor. Kun je het hele jaar je schoen zetten en kom je hem straks in het wild op het Hemmeland tegen: ‘Ja, ik mis de Spaanse zon, ik denk dat ik hier maar even ga liggen,’ ‘Als je je tabberd maar aanhoudt.’ of zo iets. Geen goed idee. O, ik zie het al, hij staat op de andere boot. Gelukkig maar. Tijd voor wat mild vuurwerk, de blauwe zwaailichten van de politiebegeleiding en nog een enkele stoomstoot. Elke heilige heeft een verleden en elke zondaar een toekomst, zei Oscar Wilde al en zie eens hoe mooi dat vanavond uitkomt. Getroost maar eenzaam wenden we ons af van het Prooyen en lopen naar de Middendam, waar de kerstboom in duisternis wankelt. Het muziekkorps van Olympia Con Brio loopt met ons mee en is inmiddels overgeschakeld op kerstliedjes. Toch nog even wennen. We krijgen nog een klein preekje over goede doelen en tellen dan af: drie, twee, één: de boom brandt.
Opgelucht halen we adem. De kersttijd is aangebroken. Eindelijk. We lopen nog een stukje met de muziek mee, maar gaan dan toch ook maar naar huis. Het is al bijna midden in de winternacht. We steken thuis onze eigen boom aan die we vanmiddag hebben opgetuigd. Tommy plukt enthousiast aan de laagste takken. Hij heeft er nog maar één bal uitgeknikkerd.
Ate Vegter, 7 december 2017
www.atevegter.wordpress.com
Mooie tijden altijd hè, aan het eind v/h jaar. En vooral als je het met een jong meisje kunt delen!
LikeLike
Zeker! We hadden het er nog over. Nog maar een paar jaar… 😢 maar we genieten er bijzonder van!
LikeLike