Ik neem een hapje van een banaan. Het is lekkere, mooie, gele banaan. Met een etiketje. Fyffes staat er op. Fyffes? Was dat niet Chiquita geworden? Ja, al jaren geleden, toch? Fyffes is van vroeger. Toen we nog in Rotterdam woonden en mijn ouders nog leefden en ik de boodschappen deed en kolen haalde uit het kolenhok en aardappels schilde en om half zes naar de apotheker op de Uitweg moest voor het recept van Vegter.
Dat moest ik zeggen: ‘Het recept van Vegter,’ en dan kreeg ik doosjes met pillen en een flesje met donkerbruine zenuwdrank voor mijn moeder. Op de Uitweg zat ook de groenteboer met Animozegels en Fyffes bananen. Jarenlang ging dat goed en veranderde er nooit iets. Dat was vroeger. Maar op een dag bedacht iemand dat het beter moest en toen was vroeger opeens voorbij en begon de moderne tijd: Alles moet anders en zoals het vandaag gaat zo zal het morgen niet gaan, want we willen vooruit. Radio Veronica moest van 192 meter (192, goed idee, het station waar muziek in zit…) op de middengolf naar 538 meter, want dan had je een betere ontvangst en Fyffes bananen werd Chiquita bananen, die veel lekkerder smaken. Ze zijn geler en als je goed kijkt zijn ze ook iets rechter, want dat is beter en modern. Ja, opeens waren we modern en vooruitstrevend geworden en het oude was voorbijgegaan en we keken er niet meer naar om. Tot op de dag van vandaag. Radio Veronica is niet meer wat het geweest is en Radio 538 is voor de jeugd en niet meer van het verleden. Mijn dochter van negen is direct overgestapt van Annie M.G. Schmidt naar Radio 538, of anders 3 FM, papa. Het gaat helemaal goed, er is geen vuiltje in de ether, tot dat ik opeens een Fyffes banaan zit te eten. Waar komt die vandaan? Te lang bewaard? Of is de oude naam nieuw leven ingeblazen? Is er eindelijk oog voor de kwaliteit van het oude? Het zou mij verbazen. Het moet iets anders zijn. Wellicht een nieuwe bananenbaas die op zoek naar een naam met wat naamsbekendheid bij een reclamebureau komt en die heeft de naam Fyffes nog liggen: Die kan best hoor. Ligt goed in het gehoor bij de mensen en klinkt vertrouwd. En ik moet zeggen, hij smaakt lekker en klinkt vertrouwd.
Ik ben onmiddellijk terug in de tijd toen mijn vader nog geen baard had en zijn haar nog keurig kamde voor de spiegel, steeds zijn kam natmakend onder de kraan , z’n haren naar voren kammend en dan opeens, met een snelle, vloeiende beweging trekt hij er een scheiding in en kamt de rest naar achteren. Hij gaat rechtop staan, kijkt nog even goedkeurend in de spiegel en draait zich dan om naar mij: ‘Sakkerloot, jongen, het is tijd. We moeten gaan. Roep je moeder, anders komen we te laat.’ ‘Waar gaan we heen,’ vraag ik nog, maar ik weet het antwoord al: ‘Naar de Grote Grijze Wolf!’
Ate Vegter, 16 januari 2018
http://www.atevegter.wordpress.com