Het is zondagmorgen, tegen acht uur. Mijn moeder en ik zitten op een stoel aan tafel een boterham te smeren. Mijn oudste broers druppelen de kamer binnen en schuiven ook aan tafel. Nagels en kleren worden gecontroleerd en haren nog eens extra netjes gekamd. Buiten huilt de wind om het huis en binnen staat de kolenkit naast de kachel. De radio staat aan. Er klinkt muziek.
Mijn moeder luistert altijd graag naar muziek. Dat doet ze al zolang als ik haar ken en zolang als ik haar ken luister ik mee. Ze houdt erg van Bach en van psalmen. Die muziek hoor ik het vaakst, maar als er iets anders gezongen wordt zet mijn moeder de radio ook vaak harder, dus ik denk dat ze van alle zang houdt. Ik moet haar dat later toch eens vragen. Er is nog een heleboel te vragen, want ik weet nog niks. Ik weet alles zou je ook kunnen zeggen. Alles wat nodig is op mijn leeftijd. Ik hoef me geen zorgen te maken, al denk ik wel eens hoe kom ik hier in vredesnaam uit, maar denken gaat nog zonder woorden. Mijn moeder wrijft over haar buik en ik schop zachtjes terug. Het gaat vanzelf allemaal. Ik hoef niets te beslissen. Dan klinkt het tijdsein van acht uur:
‘Wobbie, stil! Het nieuws. Zet de radio wat harder, wil je?’
Wobbie doet wat hem gevraagd wordt en een statige stem stapt onze kamer binnen:
‘Het is vandaag 1 februari negentienhonderddrieënvijftig. De nieuwsdienst voor de Nederlandse Radio Unie verzorgd door het Algemeen Nederlands persbureau ANP begint de uitzendingen van vandaag met nieuws in beide programma’s. In verscheidene plaatsen in het westen van het land is een noodtoestand ontstaan door abnormaal hoge waterstand. Mededelingen hierover van uiteenlopende ernst bereikten ons tot nu toe uit Zwijndrecht, Dordrecht, Rotterdam, Maassluis, Willemstad, Cadzand, Meliszand, Kruiningen, Texel. Het KNMI schrijft de abnormaal hoge waterstanden toe aan het feit dat de storm gepaard ging met springtij.’
Mijn moeder slaat haar hand voor de mond en gebaart naar Wobbie: ‘Harder!’ Mijn broer zet de radio nog iets harder. De rustige, bijna gelaten stem domineert de kamer en de sfeer nu volledig. We zijn helemaal van en in het nieuws:
‘Intussen neemt de storm langzaam af.’ Mijn moeder zucht voelbaar. ‘Het hoogtepunt van de zeer zware storm is ons land gepasseerd. Het eerste bericht kwam vannacht tussen vier uur en half vijf uit Zwijndrecht, waar de noodtoestand is afgekondigd. Het water sloeg over de Ringdijk. Alle fabriekssirenes loeiden en de kerkklokken luidden.’
En zo praat de man nog lang door over de ramp en het weer, maar mijn moeder heeft ook andere dingen aan haar hoofd. We gaan naar de kerk, waar de storm het gesprek van de dag is. Drie maanden en drie weken later word ik geboren op een stralende, zonnige en zeer warme dag met een matige wind.
Ate Vegter, 2 februari 2018
http://www.atevegter.wordpress.com
In utero: luctor et emergo.
Ergo: Ate, o zo mooi beschreven.
LikeGeliked door 1 persoon