962 Die winter is vergangen

De zon schijnt en het licht klatert over de stad. In de tuin groeit het gras als nooit tevoren, Tommy springt in vogelvlucht over het hekje dat de konijnen binnen de perken moet houden. Je kunt wel zeggen dat de winter nu voorbij is, al zijn de temperaturen op dit moment nog amper boven het vriespunt, in de loop van de dag zal de acht of de negen worden aangetikt, is het niet hier, dan is het wel daar.

Het ijs maakt ruimte voor de eenden, wakken worden zo groot dat ze hun naam verliezen en de vogels zitten op hun gemak aan de pindakaas. Nog even en alle eendjes zwemmen weer lenteblij in het water. Gaan ze nestjes maken en komen ze terug met een hele zwerm pulletjes achter zich aan. De lente, die nu alleen nog in haar meteorologische hoedanigheid aanwezig is, staat op springen, zoals de Engelsen dat ook zo goed weten en dan zal alle natuurgeweld weer losbarsten in de positieve zin van het woord: maart, april, mei, de drie meest hoopvolle en hoopgevende maanden van het jaar, voordat alles tot bloei komt en alle verwachtingen zijn ingelost en we puffen in de hitte op het strand, verkoeling zoekend, in plaats van elk zonnestraaltje te koesteren zoals nu.

De schaatsen zitten weer in het vet en in de koffer en wachten een jaar, misschien wel een paar jaar op hun volgende verlossing. We zullen er voorlopig niet naar omkijken. We hebben wel wat anders te doen, wandelen, hardlopen, tuinieren, zingen, het komt allemaal weer in beeld. Het is naast de dood een van de weinige zekerheden in het leven: de natuur zal zoals elk jaar zeker weer tot bloei komen, hoe dan ook, hoe moeilijk we het haar ook maken. Ze zal altijd als laatste aan het langste eind trekken en ongestoord haar gang blijven gaan. Wees daarom waakzaam dat ze de boel niet overneemt en bedenk met de goede, oude, dode Gerrit Komrij: de natuur is mooi, maar ze komt er bij mij niet in. Dat klopt toch helemaal. Beter is het zodra het kan naar buiten te gaan en te genieten van de prille ontluiking die je nu al overal om je heen ziet: sneeuwklokjes, crocussen, narcissen, ze kunnen amper wachten. Ze hoeven ook niet te wachten. Ze komen als vanzelf, zonder dat ze de voorafgaande tijd als wachten ervaren. Bedenk dat maar wanneer je waar dan ook in de wachtamer zit. Alles komt goed, nee, nog erger, alles is al goed.

Ate Vegter, 5 maart 2018
www.atevegter.wordpress.com

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s