De laatste dag hier. Zoals elke dag de laatste is. We zijn vanmorgen nog even naar de lokale Nimo geweest voor vulpennen, stiften, boekjes, twee dozen Slego, een automatische handventilator, een verfbakje, een soort van Barbie en een dubbele zwaaiende kat. Daarna een zwarte handtas voor Laura en ja, toen toch nog maar weer een extra koffer. We zitten nu op vier.
Vanmiddag ingepakt en gezwommen en nu zitten we in de trein. We zijn half negen vertrokken. Reizen met de trein gaat hier net als in Nederland, kaartje kopen, even wachten, instappen, gereserveerde bedje zoeken en slapen. Hier gaat het wel ietsje langzamer.
We moeten in de stationshal ongeveer een uur wachten. We moeten er een half uur van te voren zijn en de trein komt een half uur te laat. Je mag er niet uit voordat de trein komt. Zo heb ik mooi de tijd even rond te kijken. De militaire pet is hier anderhalf keer groter dan bij ons. Wanneer hij afgaat komt er een klein jongetje onder vandaan. Wanneer ik ga plassen moet ik bij de wc mijn slippers uitdoen en die kleine plastic van hun aandoen. Getsie wat goor!
Laura en Sofieke zitten zes coupé’s verderop en ik zit hier met Tina en Brian en hun kinderen Mr Vu (uitspr: Woe!), Cindy en Macy. Ze zijn net als wij op vakantie in Da Nang geweest en gaan nu terug naar huis in Fu Ying, ietsje verderop. We hebben een gezellig gesprekje. Tina komt uit Chicago, zegt ze. Mr Vu is tien jaar, net als Sofieke. Hij zit op z’n telefoon en haalt om de vijf seconden z’n neus op.
Vanmorgen komen we in de stad langs een imposant geel gebouw, met een prachtige ruime tuin, een hoog hek en een hokje met gewapende bewaking. Ik herinner het mij nog van vier jaar geleden, toen ik het brede pad op liep en onmiddellijk werd teruggestuurd door een gewapende soldaat. Nu wil ik alleen een foto maken. De soldaat komt onmiddellijk weer uit zijn hokje. No picture. This important building. O, en waarom is het dan zo belangrijk? Very important building. Ze weten je hier wel nieuwsgierig te maken, dat is zeker.
De coupé is fris, grijs, helder en licht, met airco, vier stopcontacten en goudkleurige dekbedjes en kussens. In onze wagon is een frisse wc met wc-papier, een kraantje, zeep, een vegertje en een schoonmaakrooster. In de volgende wagon is het bruin, warm, donker en benauwd. En het stinkt. Zeker in de wc, een Franse hurk. Het is een verrassend verschil. Een jongen in een blauw uniform is met worst, fruit en water langs geweest. Hij wilde niet op de foto. Een wat oudere man, iets jonger dan ik, kwam met soep. Kippensoep zo dik als rijstepap, ter plekke gemengd. Erg lekker. De trein klinkt gemoedelijk en rustgevend. Het is de slow train, die er – ik zie een beest lopen – in plaats van zes bijna elf uur over doet. We zijn morgen rond zeven uur in Nha Trang. Iedereen slaapt bijna, behalve Mr Vu en ik. Dan doet Tina de deur op slot en ik het licht uit. Even later roept Laura op de gang mijn naam. Ik doe open. Omdat Lau en So in één bed gaan slapen kan ik bij hun in de coupé in het andere bed slapen. Dat is gezellig. Ik verhuis, maar laat de bagage bij Mr Vu (uitspr: Woe!).
Tegen vijf uur vind ik het toch te benauwd worden en ga ik weer terug naar mijn eigen coupé. De familie Woe! is weg. Dat is waar, ze zouden eerder uitstappen dan wij. Langzaam gloort buiten de ochtend. Ik kijk ernaar. Wonderlijk om hier te zijn, zo dicht bij het leven van de onbereikbaren. Ik zie kleine blauwe en witte huisjes met rode puntdakjes. Soms heel dichtbij nog kleinere huisjes. Eenvoud. Ik durf het geen armoede te noemen. Een vrouw in een bloemig broekpak loopt flink door. Een jonge moeder wast het gezicht van haar baby met een vochtig lapje dat ze daarrna op een boomtak legt. Een meisje in blauw T-shirt kamt haar lange zwarte paardenstaart uit. Een kudde brommers staat te wachten voor de spoorbomen. Het flitst allemaal voorbij. Mensen op de fiets. Wanneer we wat langzamer rijden zwaai ik naar één van hen. Een man. Hij zwaait niet terug, maar lacht. Zijn tanden even bloot.
Het landschap is heel groen, gras, rijstvelden, palmbomen, bomen, struiken, aangelegde akkertjes met veel grote groene bladeren en roze bloemen. Geen idee wat het allemaal is, o een bananenboom. Verspreid daar tusssen, huisjes, schuurtjes, krotjes, paadjes, water. Elektriciteitsdraden door de lucht, een spoorlijn, een trein, een Monnickendammer met een piepklein laptopje.
Ate Vegter, 14 augustus 2018
Leuk verhaal, en mooie impressies.
LikeGeliked door 1 persoon
Jullie maken een bijzondere reis. Veel indrukken, veel te zien.
LikeGeliked door 1 persoon