Het sneeuwt buiten en de stilte strekt zich uit over de tuin. Je hoort alleen de vogels die twitterend op het oude brood afkomen. Ook binnen is het stil. Dat vind ik prettig om te werken, maar nu zet ik toch Radio 4 aan. Ik laat dat NPO maar weg, dat klinkt zo aanstellerig. Ik ga zitten en nip van mijn koffie, alsof dat niet aanstellerig klinkt.
Dan kleppert de brievenbus, een van de mooiste geluiden in huis, brenger van goed en slecht nieuws, van rekeningen en uitnodigingen, van feest en verdriet. Ook vandaag is het een combinatie van beide. Een bericht van Aegon met het eerste jaaroverzicht van mijn pensioen. Een mijlpaal in mijn kleine geschiedenis. Het is een klein pensioentje van de jaren dat ik in Zaandam gewerkt hebt. Je kunt er net een keer van uit eten, dus ik heb het vanaf mijn 65steverjaardag laten beginnen. Dat is dan zo ongeveer het enige dat nog doorloopt op 21 september, mijn echte pensioendatum.
Verder een kaart met een randje, maar te klein voor een echte rouwkaart. Het zal een bedankje zijn. Ik open de envelop en zie het troostende gezicht van mevrouw Hoogeveen, onze oude jonge buurvrouw uit Rotterdam. Ik lees de woorden en terwijl ik lees begint op de radio Louis van Dijk te spelen, haar favoriete pianist, alsof ze zelf de muziek met de woorden meestuurt. Ik hou niet zo van Louis van Dijk, maar het is net alsof ik nu pas hoor hoe mooi hij speelt en op een wonderlijke manier leidt hij mij nog één keer rond in dat mooie, ruime, moderne huis van onze buren in de jaren zestig. Ik zet het kaartje op het dressoir. Steeds opnieuw sluiten tijdperken zich achter je als de deuren van het labyrint van het leven zelf. Fijn, om nog even aan haar terug te denken. De jongensjaren van Rotterdam. Voorbij, voorbij, ijlt de tijd.
Ate Vegter, 23 januari 2019
honderd is een cent:
www.atevegter.wordpress.com/100