Henk van Straten heeft een boek geschreven. Het is een mooi verhaal. Over zijn jeugd. Gebaseerd op zijn herinneringen, zegt hij. Hij heeft nergens navraag gedaan. Het is zoals hij zijn jeugd ervaart, subjectief en onbetrouwbaar.
Die jeugd zit zo in elkaar. Hij woont met drie halfbroers, die hij B1, B2 en B3 noemt, en met zijn moeder en zijn stiefvader die uit elkaar zijn. In het weekend gaat hij met zijn moeder naar zijn vader. Nu zijn er heel veel kinderen van gescheiden ouders tegenwoordig, dus zo bijzonder is die situatie niet maar het is toch heel aardig om te lezen.
Het meest bijzondere van dit boek is hoe hij schrijft. Hij schrijft alsof hij maar gewoon een beetje tegen je aan zit te lullen. Hij ploft naast je op de bank en dan komt er weer wat. Dat is een buitengewoon ontspannende stijl. Hij doet het ook zo dat het precies goed is en geen maniertje wordt.
Het boek gaat over zijn ontwikkeling als jongeman, maar dat is al een veel te keurige zin voor dit boek. Het gaat over zijn broers, over meisjes, over seks, drank, drugs, rock ’n roll, over een bandje en over heel veel tatoeages. Over zijn moeder, vader en stiefvader en alle ingewikkeldheden van dat gewone leven.
Zijn ervaringen met drugs zijn nog wel het grappigst en de relatie tot zijn halfbroers het gevoeligst. Daarbij heeft hij een mooie kijk op zichzelf en schrijft hij goed over de werkelijkheid en zijn plaats daarin en zijn opvattingen en gevoelens daarover, zonder dat hij dat expliciet zegt.
Ik streep nog wel es wat aan in een boek. Dit bijvoorbeeld: ‘Ik spaarde voor een gouden ketting en hing hem over mijn shirt. (…) De eerste gouden ketting was klein en dun, maar elk exemplaar ruilde ik om voor een groter, tot ik er eentje had die daadwerkelijk ontzag wekte. (Later heb ik hem verkocht, omdat ik geld nodig had voor meer tatoeages.)’ Vind ik mooi. Of deze: ‘Hij wist dat er lessen zijn die de man alleen zelf kan leren.’ Boef! En deze dan: ‘Je kunt dat niet faken, die manier van kijken. Zodra je erover moet nadenken ben je het al kwijt.’
Ik kan dat hele boek wel overschrijven. Ga het maar lezen. O ja, er valt een naam: Bukowski, die hij citeert: ‘I don’t hate people, I just feel better when they are not around.’ En waar hij zich verwant mee voelt: ‘You either get it down on paper or jump off a bridge.’ En zo is het.
Ate Vegter, 19 april 2019
Lekker sporten op je ouwe dag:
www.atevegter.wordpress.com/186