De dag loopt naar de avond, maar het is nog warm. Ik zet de Volvo op z’n plek en loop naar huis. Ik kleed me om en pak de fiets. Ik heb verder niks nodig, want alle boodschappen zijn gedaan. Travelling light fiets ik naar de NSO Sport en Natuur, dat is de naschoolse kinderopvang bij het atletiekveld, achter de voetbalvelden.
Ik bel een paar keer en zet mijn fiets bij de trap, ren naar boven en loop groetend naar binnen. Piep komt op mij af rennen en omhelst mij stevig, zoals wel vaker de laatste tijd. Leidster Sylvia stelt zich voor. Ik zeg dat we nog maar drie keer komen en Piep legt uit waarom. Dan rent ze naar buiten de trap af.
Ik stap ook de trap op. Mijn ogen vallen door de ijzeren gaten de diepte in. Draaiduizelig grijp ik mij vast. Ik val en val en val en ren alle trappen af naar beneden. Ik pak de kranten uit mijn fietstas en neem de lift naar boven. Ik weet de route uit m’n hoofd, weet precies waar de kranten bezorgd moeten worden en waar ik met wie soms een praatje maak. Zo draai ik langzaam alle verdiepingen weer af naar de begane grond, waar mijn fiets staat.
Een paar jaar later heb ik mijn krantenwijk ingeruild voor een baantje bij de schoenmaker. Op maandag ga ik de vaste klanten langs om te vragen of ze schoenen ter reparatie hebben. Op vrijdag breng ik ze dan keurig hersteld in een bruine papieren zak weer terug. Het zijn dezelfde bejaardenflats en dezelfde trappen die ik honderden keren gelopen heb. Iedere keer weer dezelfde rondjes en daarna met de oogst in de fietstassen zo hard mogelijk trappend naar de Schoenmakerij A.J. Cleypool aan de Juliana van Stolberglaan. Kind tussen de ouderen.
Ik grijp me vast aan de reling en wacht tot de duizeling zakt. Bejaarde man valt van trap kinderopvang. Wat is er gebeurd? Waar is die krantenjongen gebleven? Dat hulpje van de schoenmaker? Wie is deze oude man? Wat doet-ie daar bovenaan de trap? Ik loop voorzichtig naar beneden en wil mijn fiets pakken. Dan bedenk ik me en ren weer terug naar boven.
‘Wat doe je, papa?’ roept Piep.
‘Even een foto maken, schatje.’
‘Oh, voor je stukje zeker!’
‘Yep!’
Ik ren naar beneden.
‘Kom, we gaan.’
We fietsen samen naar huis.
Rustig, want het is nog warm.
Ate Vegter, 27 augustus 2019
Een zacht, treurig gevoel om iets wat voorbij is:
www.atevegter.wordpress.com/316
Een mooie aftrap van een reflectie. Wat is opgroeien en afdalen toch mooi – althans voor hen die bovenaan de trap stilstaan, en zich bedenken. Heel mooi Ate. ❤️
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel Bram. Wil je 316 Weemoed ook nog lezen? Ben benieuwd wat je daarvan vindt! http://www.atevegterwordpress.com/316
Thnx!
Ate
LikeLike
Sorry: http://www.atevegter.wordpress.com/316
LikeLike