1524 Alle belangrijke dingen

Om precies kwart voor zeven miauwt Tommy mij wakker: Wat ben je laat! Ga je mee naar beneden? Ik heb honger! Het zijn drie korte, zachte miauwtjes. Kattentaal is veel efficiënter dan het Nederlands. Ik laat mijn hand over de bedrand glijden en we geven kopjes en vuistjes. Hij spint. Ik sta op, doe een plas en ga naar beneden. Woensdag.

Gisteren heb ik mijn locker leeggemaakt. Toen ik begon als teammanager bij de gemeente Amsterdam, september 2006, nu precies 13 jaar geleden, kreeg ik een kamer met twee grote kasten en met mijn naam op de deur, een glazen deur, maar toch. Groter geluk bestaat er bijna niet. Niet alleen een eigen kamer maar ook nog eens met je naam erop zodat je bestaan voorgoed verankerd is op de apenrots van deze maatschappij.

Gerrit Krol heeft dat heel goed begrepen en dicht er het volgende over:

De deur

Ik loop door de lange gang
op zoek naar de deur met mijn naam
tot ik er ben;
ik open hem en trap
hem aan de binnenkant weer toe.

O, de vreugde een deur te hebben
met Krol erop,
de vreugde dat mijn bestaan
wat dit betreft volledig klopt.

En zo is het.  Vijf jaar later moest ik een kamer delen met twee collega’s. Ik zette mijn spullen er neer, wat de anderen intimiderend vonden en ik huiselijk. Het heeft nooit tot spanningen geleid. Twee jaar later kwam er een grote verbouwing en werden alle eigen kamers vervangen door spreekkamers en stilteplekken. Je moest standaard op de werkvloer zitten. Voor elk inhoudelijk of persoonlijk gesprek moest je een kamer boeken. Dat deed natuurlijk niemand. Je deed het alleen voor de officiële gesprekken in het kader van functioneren en ontwikkelen (beoordelen mocht je helemaal niet zeggen, dat was ouderwets). Personeelszaken (PZ) was in middels via Personeel en Organisatie (P&O) en Human Resource Management (HRM) verworden tot PO, een afkorting waarvan ik de betekenis nooit heb weten te achterhalen, omdat de discussie altijd ging over de uitspraak: Je moet po zeggen, niet p o. Dat vond niemand leuk natuurlijk.

Inmiddels was mijn kamer dus verdwenen en zwierf ik als een ongemakkelijk verdwaalde, maar verder ongevaarlijk dolende lone wolf over de afdeling, op zoek naar klachten en problemen. Ik deed mijn werk, maar de lol was eraf. Het persoonlijke, het mooie, het eigenlijke waarom je leiding zou willen geven werd je zo lastig gemaakt dat je je ten einde raad maar ging bezighouden met cijfers en resultaten, iets wat geen enkele middle manager zou moeten doen, maar dan leek het nog wat.

Ik had nu alleen nog een locker. Een kastje ter grootte van een klein kastje, met een sleutel erop en een plastic Ikea box erin. Ik paste er zelf niet in, laat staan dat ik er gesprekken zou kunnen voeren, maar ik legde er wel alle belangrijke stukken in. Zelden of nooit heb ik er iets uit nodig gehad. Alles stond in deze tijd van steeds verder gaande digitalisering immers op de nimmer haperende computer.

Gisteren heb ik de locker leeggehaald en alle belangrijke zaken weggegooid. Dat was een onverdeeld genoegen. Papier en plastic keurig gescheiden, want dat doen we tegenwoordig ook op het werk. Er bleef een dun stapeltje over en het doosje van mijn zakelijke telefoon, die ik over tweeënhalve week moet inleveren. Voorbij.

Ate Vegter, 4 september 2019

Iedereen gaat scheiden:
www.atevegter.wordpress.com/324
1524

1 Comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s