1659 Abstract

Ik schrijf een middellange zin op als openingszin, die als doel heeft een verkennende beweging te zijn voor de schrijver en die voor de lezers duidelijk maakt waar het over zal gaan. Dan een wat kortere zin die verder niets toelicht. En dan weer een iets langere zin, waarvan de schrijver en de lezer zich inmiddels afvragen hoe lang die dan precies moet zijn.

Ik kan ook een hele lange zin schrijven die maar geen einde lijkt te hebben, omdat alleen het begin al een behoorlijke aanloop is naar iets waarvan je op dit moment nog geen idee hebt waar het heen gaat, waarvan je ook geen idee kan hebben tenzij je bijvoorbeeld enkele minuten in de toekomst vooruit zou kunnen kijken, maar ik heb er het volste vertrouwen in dat dat niet zo is, zeker niet onder mijn lezers, die ik toch beschouw als eerlijke en betrouwbare, intelligente lezers, met hier en daar een kleine afwijking die niets afdoet aan de persoon maar er juist iets aan toevoegt, zoals dat ook bij mijzelf het geval is wanneer je er objectief naar kijkt en die dus net zo goed als ikzelf zich zouden moeten kunnen laten verrassen of wanneer zij dat niet willen kunnen afhaken. Dat kan natuurlijk ook.

Het is echt niet de bedoeling dat dit stukje ergens over gaat. Je hebt misschien per ongeluk de titel gelezen en dat geeft al aan dat er eigenlijk geen onderwerp is. Dat er geen onderwerp is. Er is geen onderwerp. Dit gaat helemaal nergens over. Moet ik het dan wel lezen, als het helemaal nergens over gaat. Ik heb wel wat beters te doen. Ik hoor het je denken onder het lezen. Dat is interessant. Ik had precies dezelfde gedachte vanmorgen. Nou ja, met een kleine variant. Ik dacht namelijk: moet ik het dan wel schrijven, maar dat komt in principe op hetzelfde neer.

Ik meen te mogen concluderen dat ik het toch heb geschreven, althans tot nu toe en dat je zeker tot nu toe hebt meegelezen en dat het op dit moment, dat kun je toch met mij eens zijn, zonde, nee jammer zou zijn om nu nog voortijdig te stoppen. Er zijn andere zaken die veel beter voortijdig gestopt kunnen worden, maar daar gaat het vandaag niet over. Soms ben ik wel eens jaloers op schilders, die achter mekaar abstracte schilderijen kunnen maken, I do not paint I hit, het een nog mooier dan het andere. Ben ik dan eigenlijk een schilder? Die alleen zwart tot zijn beschikking heeft? Schrijf ik dan misschien in het verkeerde lichaam? Je hoort dat wel vaker de laatste tijd. Ben ik dan wel wie ik ben? En wat dan nog?

Ate Vegter, 16 januari 2020

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s