Terwijl Derk Storm weer is gaan liggen gaan we nog even terug naar ons bezoekje aan Ikea zaterdag. Er is namelijk wel iets aan de hand. Ik ben mijn telefoon vergeten. Nu zijn we met z’n zessen, dus er zijn sowieso nog vijf mobieltjes in de building maar het geeft toch een unheimisch gevoel.
We zijn met twee groepen, wij en zij en ik zwerf daar zo’n beetje tussen, doelloos en nieuwsgierig, contact houdend met iedereen en ondertussen nieuwe stoelen uitproberend. Dan ben ik opeens iedereen kwijt. Ik loop wat sneller door maar beland na een lange wandeling in mijn eentje bij het restaurant. Ze zijn niet voor mij maar achter mij, kennelijk. Eerst even plassen en daarna wachten tot ze eraan komen. Er staat een lekkere bank, maar precies de verkeerde kant op. Ik overweeg even hem om te draaien maar blijf toch maar op de rugleuning hangen. Daar zijn ze, verrast dat ik hier ben, oud, maar nog steeds de snelste.
Even later ben ik ze weer kwijt. Ik begin het nu wel vervelend te vinden dat ik mij telefoon niet bij me heb, maar ik voel ook bevrijding. Hopeloos installeer ik mij in de gezellige koopjeshoek, met zicht op de loop naar de kassa. Niets kan mij van hier uit ontgaan.
In de vrije ruimte die nu ontstaat bedenk ik dat ook al mijn Ikea-stappen niet geteld worden zonder telefoon. Dat geeft nog meer rust. Waarom zou ik alles moeten tellen en registreren? Het gaat om de beweging, niet op de registratie daarvan, bemoedig ik.
En zo gebeurt het dat ik zondag naar de sportschool ga, opnieuw zonder telefoon. Het hoeft niet allemaal geteld te worden. Misschien loop ik vanmiddag nog wel even foonloos over de Vesting, mij stilaan bevrijdend van de ijzeren dwang van de stappenteller. Vrijheid krijgt opeens een nieuwe kleur. Wat fijn dat ik kan vergeten! Echt weer om te lezen!
Ate Vegter, 17 februari 2020