1914 De Volvo XC70

Ik heb vandaag drie afspraken, in Zwolle, Apeldoorn en Veenendaal. In elk van die drie plaatsen zit een garage met een Volvo XC70. Een van hen ga ik helpen. De andere laat ik er mee zitten. Met een witte blij de zitten, zeggen ze in Brabant maar hier boven de rivier kan dat voor alle kleuren gelden. 

Eerst maar eens naar Zwolle. Het is een kleine garage en mijn auto staat te pronken voor de deur. Als ik naar binnen ga zie ik een nog mooiere staan, dat is al geen handige zet. De auto rijdt lekker maar de uitrusting is beperkt en de garagist biedt 500 euro voor mijn mooie rooie. Dan heb je alleen de bumper, zeg ik. Die zit toch al los.

Ik rij naar Apeldoorn. De route gaat langs Hattem. Ik weet wat er nu komt, want ik heb in Apeldoorn op school gezeten: Apeldoorn, Epe, Heerde, Hattem dreunden wij door de klas. De Volvo staat klaar in Wenum Wiesel aan de Zwolseweg, een weg die dierbare herinneringen oproept want tot 1961 woonden wij aan de Zwolseweg. Ik maak een praatje met Harry, stap in en rijd een rondje. De XC70 rijdt automatisch naar het huis waar ik vroeger gewoond heb, op nummer 78. Ik zet hem aan de kant en maak wat foto’s. Ik zie ook de huizen van onze buren, de familie Beekman en mevrouw Van Lunzen, die zo mooi kon zingen, zei mijn moeder altijd. Het schuurtje waar pa Beekman mij in opsloot staat er niet meer. Ik rij naar de plek waar die jongen van de LTS werd aangereden en naar de grindweg waar ik met mijn fiets gevallen ben. Het is nu allemaal asfalt. Alleen het grind op het tuinpad ligt er nog. Ik zie mijn moeder het zo aanharken, terwijl ze het grind wat op de stoep terechtgekomen is venijnig terugschopt. Ik pak een handje op en laat het in mijn zak glijden. Ik loop een paar keer om de auto heen en stap dan weer in. Laat het dak open glijden en weer dicht en weer open. Ik verstel mijn stoel elektrisch en zoek mijn favoriete zender op de radio. De klassieke klanken akoustieken goed in deze luxueuze ruimte. De motorkap laat ik dicht. Wat heb ik daar te zoeken? Ik rij terug naar de garage, waar Harry koffie heeft en een bod van 1500 voor de 240. 

Voor de vorm rijd ik nog even langs Veenendaal, maar de XC70 die daar staat zit onder de krassen en stinkt. Met tegenzin rijd ik een rondje en dan weer gauw naar huis. Ik overleg met Lief en we besluiten het te doen. Ik bel Harry en doe een bod. Zoals verwacht stelt hij voor het verschil te delen. Ik ben blij en gelukkig en voel weemoed opkomen over het naderende afscheid van onze geliefde rode Volvo 240. O, wat zullen we haar vreselijk missen, maar het is niet anders. Een mens moet verder.

Ate Vegter, 25 september 2020

www.atevegter.wordpress.com

Advertentie

2 Comments

  1. Afscheid van mijn oude Polo van 20 jaar waarmee ik nog met mijn zieke pa naast mij ritjes heb gemaakt, viel mij ook zwaar. Ik kan mij iets voorstellen bij het afscheid van ‘de rode’, maar het komt vast goed met ‘de witte’.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s