1932 Dik Trom

Zoals jullie misschien wel weten heb ik meegedaan aan een kinderboekenschrijfwedstrijd van het schooltje van Dik Trom. Ik moest een synopsis schrijven en een eerste hoofdstuk. Een paar weken geleden hoorde ik dat ik bij de vijf genomineerden zat, vier vrouwen en een man. Het stond allemaal in de krant en zo begint het er eindelijk een beetje op te lijken.

Donderdag is de prijsuitreiking en wordt de winnaar bekend. We zouden dan allemaal ons eerste hoofdstuk voorlezen voor een kinderjury, maar dat gaat nu vanwege de coronamaatregelen niet door. Ze gaan zich nog bezinnen op de manier waarop de prijsuitreiking nu haar beslag zal krijgen.

Ik vind het aan de ene kant wel jammer, want voorlezen is altijd leuk. Ik heb nog expres met een ander verhaal geoefend in de klas van Piep en dat was een goeie generale repetitie waarop ik ook nog waardevolle feedback kreeg. Nu gaat het allemaal anders, zoals zo vaak in het leven. Je bent bang voor het een en er gebeurt dat andere. Je bereidt je voor op het een en er gebeurt niets. Zo gaat dat vaker, dat zal je wel herkennen. Ik vermoed dat ze nu de kinderen zelf onze verhalen laten lezen en dat de kinderen dan de winnaar kiezen. Maar misschien gaat het wel helemaal anders.

Ik vind het eerlijk gezegd ook wel een opluchting dat ik niet hoef voor te lezen. Ik ben echt veel meer van het schrijven dan van het voorlezen. Nu kan de tekst voor zichzelf spreken. Het gaat altijd om de tekst, de tekst, de tekst, zo leerde ik van mijn goede, oude mentor en leraar Graa Boomsma. Het verhaal is immers om te lezen, niet per se om voor te lezen. Het verhaal bepaalt. Dat is ook wel zo eerlijk. We wachten rustig af. Donderdag is de dag. Duim maar voor me.

Ate Vegter, 13 oktober 2020

www.atevegter.wordpress.com

3 Comments

Plaats een reactie