Met toenemende verbijstering en ontroering kijk ik naar ‘De veerkracht van Volendam’. Twintig jaar na de vuurzee van de hel in de Hemel kunnen we luisteren naar de slachtoffers van die nacht. Het zijn ontluisterende verhalen over hoe levens in een ogenblik verwoest worden. De dood slaat genadeloos toe en degenen die het overleven zijn voor het leven getekend.
Wekenlang worden sommigen slapend gehouden omdat hun verbrandingen te erg zijn. Huiveringwekkende verhalen over hoe ze uit de ingeslagen ramen zijn gekropen en geholpen door anderen in de kou op straat staan. Razende sirenes van talloze ambulances om hen heen, maar toch nog niet genoeg ambulances.
De nieuwe kleren die in brand vliegen. De hoop van jongeren die voor het eerst daar uitgaan en er de dood vinden. De lach die verbrandt. De kleine begraafplaats met de veertien graven. De kerstversiering waar iedereen trots op is en die als een vuurbal door de feestvreugde raast. Het lege café met de gesmolten glazen op de bar en de verkoolde posters aan de muur. De broers en zussen van de overledenen die elkaar opzoeken. De ingebrande handafdruk van een helper op een bovenarm.
Wat is het goed dat ze nu de moed hebben gevonden om hun verhaal te vertellen aan ons die het alleen maar op tv gezien hebben, of misschien niet eens omdat we zelf nog vuurwerk afstaken of feestvierden. Het was immers overal feest. Het nieuwe jaar was net begonnen. Wat mooi om nu, ook zo vlak na de jaarwisseling, terug te kijken en mee te leven en te zien hoeveel moed deze jonge mensen hebben opgebracht en hoeveel kracht en saamhorigheid Volendam heeft getoond alsof het de gewoonste zaak van de wereld is om zo vanzelfsprekend naast elkaar te staan. Hoe mooi dat er nu vanuit die gesloten gemeenschap een opening gemaakt wordt en gesproken wordt. Een gruwelijk verhaal dat eindelijk verteld mag worden. Respect. Blijf praten.
Ate Vegter, 9 januari 2021
Een Belgische muis met een Rotterdams accent:
www.atevegter.wordpress.com/29