Meestal voel ik me opgelucht, wanneer ik weer een boek uit heb. Opgelucht en verweesd, eenzaam, vrij, maar dakloos. De tijd tot het volgende boek moet overbrugd. Ook na het lezen van Een geweer, een koe, een boom en een vrouw, de weergaloos mooie roman van Meir Shalev zullen deze gevoelens wel opkomen, maar voorlopig ben ik alleen nog maar blij dat ik het uit heb.
Wat een geweldig boek. Dat kan alleen maar tegenvallen, wanneer je er zelf aan begint, bedenk ik, maar het moet toch gezegd. Het is een boek dat zich maar met moeite laat veroveren. In het begin is het traag als dikke stroop. Zoete, dikke stroop, dat wel, maar je komt er maar langzaam doorheen, terwijl loslaten onmogelijk is. Het verhaal omspint je, vangt je in haar armen, weeft een web om je heen en dan, op het moment dat het donker wordt, en je helemaal vast zit in de cocon van deze bloedstollende geschiedenis, dan kruipt het verhaal zelf uit je als een vlinder uit haar cocon en zij poetst haar vleugels, schudt ze op en verheft zich in de lucht, die een hemel wordt door haar vlinderslag. Op dat moment is het verhaal een pageturner zonder weerga geworden, een bladdraaier, zoals ik dat zo graag zeg.
Het is een verhaal dat speelt in Israël, het begint zo’n honderd jaar geleden in de eerste oude koloniën en het loopt uit tot op de huidige dag. Het is een verhaal van een familie, van een paar families moet ik zeggen want er wordt getrouwd en er zijn buren. Er is liefde en dood, ontrouw en wraak, geboorte en rouw, nalatigheid, onschuld, boete en straf. En er is leven, onstuitbaar leven dat zich overal doorheen naar buiten worstelt en onder alles uitkruipt.
En er is de dood, erger dan de dood van het sterven, er is de dood van wraak en obsessie, van gekrenkte liefde en gebroken trots, die harder is dan steen en scherper dan een mes. Neem je tijd en ga er voor zitten. Je bent er voorlopig nog niet van af, maar je zult het niet kunnen neerleggen of loslaten, deze familiegeschiedenis, die meer is dan een verhaal, die de inleiding is tot het zwijgen.
Ate O. Vegter, 23 maart 2021
Hebreeuwse titel: Twee Berinnen
Lezen: 2 Koningen 2: 23-24
De grote grijze wolf:
www.atevegter.wordpress.com/107

