2180 Een vreemde afwijking

Ik had mijn vriendin meegevraagd naar het museum. We kenden elkaar nog niet zo lang en ze had altijd een rugtas om alsof ze daarmee wilde zeggen dat ze er ieder moment zo tussenuit kon knijpen. Ik vond dat niet erg. Ik bond mijzelf ook niet zo gemakkelijk en we lieten elkaar daarom zoveel mogelijk vrij, behalve dat we het niet met een ander deden. Ze kende mijn moeder, maar mijn vader, die al lang dood en begraven was, zou ze nooit meer zien. Ze was gek op mijn moeder: ‘Jouw moeder is de aardigste en meest bescheiden vrouw die ik ken. Ze kleedt zich altijd zo charmant en ze draagt een hoed! Wie draagt er nu nog een hoed?’ had ze gezegd. Ik zei dat dat allemaal best meeviel, mijn moeder kon ook behoorlijk streng zijn en ze droeg alleen een hoed op zondag, dus waar heb je het over?

Ze stond zo mooi te kijken naar al die beelden, al die Grieken en Romeinen. Wie waren het eigenlijk? Ik had geen idee. Het was een rommelig zooitje, maar door de stijl van beeldhouwen leek het toch bij elkaar te horen. ‘Weet je wie het zijn, die beelden?’ vroeg ze opeens. Ik moest haar nu toch iets vertellen waarvan ik zeker wist dat ze het nooit zou geloven: ‘Ja,’ zei ik, ‘ik ken ze meer dan me lief is. Mijn vader heeft ze gemaakt en hij is er jaren mee bezig geweest, want je begint niet gelijk aan een nieuwe, wanneer je net met zo’n kopstuk klaar bent.’ ‘Je kletst uit je nek,’ zei ze.

‘Mijn vader had nogal een afwijking. Hij kon alleen naar levend model beeldhouwen. Die daar is mijn broertje, vermomd als Hegel en daar links staat Caesar, waar mijn zusje voor geposeerd heeft. En dat kleine koppie is mijn moeder als Koningin Emma, dat was zijn liefste beeld. Hij heeft daar meer dan een jaar aan gewerkt, maar dat was omdat hij altijd graag naar mijn moeder keek.’ Ze lachte: ‘Straks ga je me nog vertellen dat je er zelf ook tussen staat!’ ‘Klopt’, zei ik, ‘Die daar rechtsboven dat ben ik, als Paul van Ostaijen, mijn favoriete dichter.’ ‘Je maakt een grapje’, zei ze en keek eindelijk om. ‘Klopt,’ zei ik en gaf haar een zoen. ‘Ik heb geen idee wie het zijn. Zullen we verder gaan?’

Ate D. Vegter, 28 mei 2021

De oude melkboer:
www.atevegter.wordpress.com/180

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s