Het wordt een mooie dag. De zondag strekt zich uit als een leeg voetbalveld. De competitie is weer begonnen, de zon werpt haar schaduwen op het gras. Nog nooit was Monnickendam zo mooi. Lilly sluipt langs het struikgewas, op zoek naar een muis of een doof vogeltje. Sinds ze haar rode riempje met belletje om heeft, heeft ze twee of drie muizen gevangen, toch ook nog een flinke vogel, die het niet overleefd heeft en ze kwam ook twee keer vol trots thuis met een dode vogel die ze kennelijk onder het struweel gevonden had.
Dat is dan die lieve Lilly, om wie wij ons een paar dagen geleden zo zorgen hebben gemaakt, omdat ze plotseling, zonder enige aanleiding of waarschuwing vooraf, een hele nacht en een hele dag wegbleef. Gelukkig kwam ze terug, ze was alleen maar even naar de kerk geweest, maar ze had toch schrik in haar ogen en liet zich niet zo makkelijk meer aanhalen. Nu gaat het al weer wat beter, maar ze blijft heel dicht bij huis.
Deze lieve Lilly is een echte killer, een jager pur sang, het zit haar in de genen en het bloed. Daar komt ze alweer naar binnen, ik hoor het luikje klepperen. Ik kijk, ze heeft niets in haar bek. Ze rent weer naar buiten, op naar haar volgende avontuur. Daar is ze weer terug. Nu met een klein muisje, o nee, een mot. Hij overleeft het niet, de mot. Het wordt een mooie dag. We hebben geen afspraken. De stad is stil. Laten we dat zo houden.
Ate Vegter, 16 augustus 2021
Verlangen tussen de Melkweg en Stadsschouwburg:
www.atevegter.wordpress.com/261