Het regent al de hele dag maar ik slaag er toch in om tussen de buien door boodschappen te doen. Ik pak de fiets en wil behalve langs de kleine Deen ook langs de verbouwing van de grote om te genieten van het proces van verandering. Bij de Graaf Willemlaan is het ongelofelijk druk. Je ziet het al aan de hoeveelheid schots en scheef geparkeerde fietsen en ook binnen lijkt het wel alsof er een kudde sprinkhanen is langs geweest. De sluiting van de grote Deen laat hier duidelijk haar sporen na. Ik pak zo’n blauw mandje met wieltjes. Vroeger pakte ik altijd een gewoon winkelwagentje, maar ik heb ontdekt dat je zo’n klein blauw karretje bij de kassa kunt achterlaten en dat scheelt een loopje. Zo verandert alles en worden er steeds nieuwe lijnen uitgezet. Ik loop langs de half leeggeroofde stellingen, laad in en reken af bij de kassa, waar het nu veel minder druk is dan ik verwachtte. Alles verandert voortdurend. Ik loop naar buiten.
Nu ga ik kijken bij de verbouwing van de grote Deen. Er slaat een golf van blijdschap door mij heen als ik het nieuwe AH-logo al op de blauwe ramen geplakt zie. Het is echt waar. Ik zet mijn fiets met de boodschappen op de stoep en loop naar binnen, maak wat foto’s. De gigantische ruimte wemelt van de werkende mannen, op ladders en uitschuifbare stellingen. Ik hou van werken en verandering. De servicebalie en de sterke-drankafdeling zijn net als alles met de grond gelijk gemaakt. Er komt een spiksplinternieuwe Albert Heijn, met brede paden, zelfscankassa’s en een gezellige koffietafel. Ik kan hier straks wel de krant gaan lezen bedenk ik, maar ik weet dat ik daar dan weer geen enkele behoefte aan heb.
Buiten staan tenten en containers waar geluncht en gewerkt wordt. Die gasten doen deze klus overal. Of ik wel aan zijn portretrecht denk, roept een vriendelijke man, wanneer ik een foto maak. Nog een week. Dan is de opening. Fluitend fiets ik naar huis.
Ate Vegter, 7 oktober 2021
www.1001gedichten.wordpress.com

