Toen ik nog werkte vond ik de tijd tussen kerst en oud en nieuw altijd een bijzondere sfeer hebben. De straten waren stil en verlaten en slechts af en toen kwam er een auto langs. Soms zag je wat mensen samen een wandelingetje maken en je zag ook wel kinderen spelen of vuurwerk afsteken. En dan opeens werd de stilte verbroken door een vrachtwagen die bij een van de lokale ondernemers spullen kwam brengen. Het mooiste vond ik nog de bierwagens die hun kratten en vaten kwamen lossen bij de lokale kroegen, maar dat was in de tijd dat ik nog in Amsterdam woonde, in de Warmoesstraat. Later heb ik dat niet veel meer gezien.
Ik ben nu een paar jaar met pensioen en de romantiek van die vrije tijd tussen kerst en oud en nieuw is min of meer verdwenen. De dagen dat ik vrij ben en niet op vakantie zijn nu uitgesmeerd over het hele jaar. Je kan niet alle dagen beseffen hoe mooi dat is. De romantiek wil liever op één plekje blijven, dan dat zij alle dagen aan de bel trekt.
Bovendien, de stilte heeft nu een grimmig karakter gekregen. De mensen maken ommetjes omdat het moet van Erik Scherder en omdat ze nergens anders heen kunnen dan weer terug naar huis. Auto’s rijden nog wel maar hun aantal is gering geworden en vrachtwagens hoeven nergens meer te lossen. Er heerst een stilte alsof het gesneeuwd heeft, maar het is de stilte van de lockdown. We zijn opgesloten in ons eigen huis, met een zelftest voor wanneer we ergens op bezoek gaan. Toch nog een keer samen eten met buren, vrienden of familie. Het kan binnen de regels nog best wel heel gezellig worden.
Ik heb zelf niet veel last van de lockdown, maar mijn hart gaat uit naar de mensen die nu noodgedwongen hun zaak moeten sluiten. De ellende aan al die keukentafels is niet te overzien. Ik weet ook niet wat we daaraan kunnen doen, maar laten we in godsnaam iedereen ruimhartig compenseren, zodat de stilte voor hen geen doodse stilte wordt.
Ate Vegter, 30 december 2021