2501 Lang geleden

Het is prachtig weer. Het waait en het stormt en de regen klettert op het dak. De ruitenwissers zwoegen heen en weer en houden het zicht open. Ik voel hoe stevig de 240 op de weg ligt. Ik heb in Amersfoort een afspraak met een oude vriend. Laten we hem IJs noemen. Als je IJs zo ziet dan zie je een aristocratische heer, met enige beheersing in het bewegingsapparaat. Ik kan hem rustig een oude vriend noemen, want ik ken hem al vijftig jaar, uit de kerk in de Larixlaan, dat is een begrip uit mijn jeugd. Hij was toen dertig en ik twintig en dat verschil in leeftijd is er altijd gebleven.

Ik ben mooi vroeg en bestel alvast een kopje koffie en een glaasje water. Even later komt IJs binnen, bedachtzaam als altijd. Hij kijkt even rond en gaat dan tot mijn verbazing weer naar buiten waar hij op het terras wil plaatsnemen. Ik klop op het raam, hij lacht en maakt een tweede entree: ‘Je bent grijs geworden. Ik zag wel een vrouw met verwilderd haar, maar ik herkende je niet’. Het is lang geleden dat ik voor een vrouw werd aangezien en ik koester het moment. Wat een lieve vriend is het toch, die het zoete met het aandachtige in mij naar boven haalt.

We hebben een lunchafspraak, maar hij bestelt koffie met appelgebak en ik ga daar onmiddellijk in mee. We praten over het leven, over het schrijven en over het aardige van de woordspeling als teken van welzijn. We halen nauwelijks herinneringen op, al zou je dat misschien verwachten. Nee, we zijn zo aanwezig mogelijk in het hier en nu, met alles wat zich aan ons voordoet, zonder dat erg te vinden. Dat is de twinkeling en de levenslust in onze ogen, die natuurlijk zijn basis vindt in onze kinderen, als ik het zo zeggen mag.

Op de terugweg is het nog stormachtiger en met ware doodsverachting stort ik mij in het woon-werkverkeer. Thuis aangekomen krijg ik een bijzonder welkom: ‘Er zijn bloemen voor je, ‘ zegt Lief. ‘Bloemen?’ vraag ik. Ze staan nog in de verpakking op het aanrecht: ‘Ik dacht dat je dat wel leuk zou vinden,’ zegt Lief lief. Ik lees het kaartje: ‘Lieve Ate, Van harte met je 2500e stukje! Elke dag flik je het weer, een hele prestatie. Veel plezier met alle schrijfdagen die nog komen! Van harte, je zusjes, Bauk, Kit, Ria en Els.’ Ik ben ontroerd. Het is lang geleden dat ik ben begonnen, maar het is ook lang geleden dat ik bloemen kreeg. Zo breekt op deze stormachtige dag de lente door, die Lief nu schikt en in het water zet.

Ate Vegter, 8 april 2022

Advertentie

2 Comments

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s