Zoals de zon vrij spel heeft wanneer de regen het laat afweten, zo kan ook het gedrag van de een reden zijn voor de ander om weg te blijven, wat mij te binnen schoot toen ik van de week in Amersfoort was. Je kunt je afvragen wat doe je in hemelsnaam in Amersfoort, maar dan vergis je je toch, want Amersfoort is heus een heel aardige stad met leuke mensen, die je zomaar kunt tegenkomen als je er mee afspreekt of er een mooie wandeling maakt.
Ook het gemeentebestuur bestaat uit aardige mensen en zeker de ambtenaren van de afdeling verkeersborden en andere materiële diensten, wat in elke stad weer anders heet. In Amsterdam heet die Afdeling bijvoorbeeld Puccini en ik weet ook waarom, maar dat is een lang verhaal over de bonbonzaak waar ze zaten toen de naam bedacht werd. Daar kun je allerlei verschillende soorten bestrating bekijken, mocht je daar behoefte aan hebben. In de gemeente Waterland valt dat allemaal onder de gemeentewerf, wat ik mooi vind omdat het je doet denken aan het water en aan het feit dat Monnickendam een echte havenstad is.
Maar eerlijk is eerlijk, nergens zijn de ambtenaren verantwoordelijk voor de gemeentelijke bebording zo vriendelijk als in Amersfoort. Ze roepen ook anderen op vriendelijk voor elkaar te zijn en dat zie je dan heel duidelijk in de Bloemendalsestraat. Daar mag je met je motor of auto niet in, behalve als je een taxi bent en een ontheffing en een afspraak hebt, dus ik kijk wel uit om er in te rijden, ook omdat ik de Volvo 240 al even eerder geparkeerd heb. Maar daar staat een aanmoedigend bord voor alle inwoners en hun bezoekers met de tekst: ‘Geef elkaar de ruimte’, zonder verdere toelichting, gewoon, geef elkaar de ruimte, en dat is mooi. Ik zou dan ook willen zeggen, hou dat bord in Amersfoort in gedachten bij elke ontmoeting en: ‘Geef elkaar de ruimte.’
Ate A. Vegter, 14 april 2022