Zondagmorgen, gisteren, vandaag, tijd is verraderlijk als mist. Ik kijk even bij de foto’s om te komen tot het volgende verhaal en de camera leidt mij via de terugblikken naar Pinacoteca di Brera, een mooie foto van Piep en mij, drie jaar geleden in Milano, zoals de Italianen zeggen. En bij de uitgelichte foto’s zie ik als eerste de palmbomen van Cartagena – Isla Plana, dat is onze meivakantie in Spanje bij Sirach en Elly. Zo vliegt de tijd met de snelheid van een dag per dag over onze schouders.
Vrijdag waren we nog op de Monnickendammer Visdagen en zaterdag was het net als alle andere dagen te heet om in beweging te komen en ben ik pas op het laatste moment naar de markt gegaan om een plat stukje extra belegen te halen en twee nieuwe vistuigjes voor de hengels. Er is niets mooiers is dan uit een wandje vol mooie dobbers de fraaiste uitkiezen, al moet je ook rekening houden met de dikte en de lengte van de lijn, want voor een hengel van drie meter moet je niet meer dan zeven meter lijn hebben, dat geeft maar verspilling, en te kort is helemaal vervelend.
Zo kom ik thuis met mijn nieuwe trofeeën en ik leg de kaas in de kast en met de tuigjes ga ik naar de steiger waar ik verbinding maak tussen de nieuwe lijnen en de oude hengels. Daarna werp ik ze uit op het water en de ene dobber heeft het water nog maar amper geraakt of hij verdwijnt al in de diepte als door Poseidon geroepen en ik haal hem op met een fijne vis aan de lijn. Tommy grijpt hem direct en zo moet ik nog donders goed opletten dat ik mijn nieuwe tuigje niet onmiddellijk weer verspeel aan de liefste kat van de wereld, maar het gaat goed en zo zie je maar dat het waar is wat de buurman ooit op zijn huis had staan: De kost gaat voor De Baat. ’s Avonds laten we samen Aicha uit, de hond van JenJ.
Aat de Vegter, 14 augustus 2022

