Nadat we tussen de middag heerlijk hebben geluncht bij de Brink in Dwingeloo, waar vier jaar geleden nog zo’n aardige braderie gehouden werd toen wij er ook waren, rijden we naar de Albert Heijn voor de boodschappen en die dingen die we niet nodig hebben, maar die zich toch altijd in het winkelwagentje weten te wurmen. Nu zie ik bijvoorbeeld de voor mij onbekende en onmiddellijk onweerstaanbare mini-Bastognekoekjes. Laat die maar eens liggen. Ze smaken ook ondermaats overheerlijk.
De middag koestert zich in ledigheid en dan is het al weer tijd voor de gezamenlijke pizzamaaltijd. Dit is zo’n beetje het hoogtepunt van de dag, als het al niet het toppunt van de week is, want morgen vertrekken wij en de jongeren weer huiswaarts, waar alles weer z’n normale afmetingen en ruimte heeft. Het is meer dan gezellig en ik doe nog een oproep voor een speciale Vegter-Kroniekbijlage over deze zo mooie en gezellige Vegterweek, want bij ons geldt wat niet beschreven is is niet gebeurd.
Na de maaltijd komt dan het speelse element naar boven en scharen we ons binnenshuis in een kring waarbij we onmiddellijk transformeren tot de alerte bewoners van het soms zo wreed verstoorde Wakkerdam, waar de weerwolven huishouden zodra we onze ogen sluiten. Het is knus.
Dan – op het moment dat iedereen naar bed wil – komt er bij de jongeren het idee op om naar de donkerste plek van Nederland te rijden – gelukkig hier in de buurt bij de radiotelescopen van Dwingeloo – en daar in stilte naar de sterrennacht te kijken. Het is een mooi nachtelijk avontuur en het is boeiend om met drie auto’s door de donkere nacht te scheuren en daarna omhoog te gluren naar de Melkweg en de Poolster. De slaap is daarna des te zoeter. Het is een mooie dag geweest en een duistere nacht.
Ate Vegter, 23 augustus 2022
