Ik ben gaan zitten en ik schrijf mijn eerste zin. Meer is er niet. Het is al heel wat dat het vel niet meer helemaal leeg is als braakliggend terrein. Ik zeg vel omdat het scherm zich binnen de context van Word voordoet als een leeg vel papier. Ik keek van de week naar een documentaire over de kibboets. Mooi gemaakt en altijd mooi om te zien vanwege de nostalgie, omdat ik er als vrijwilliger gewerkt heb in 1977, maar ook interessant omdat Israël steeds minder populair wordt en zelfs gehaat en gevreesd vanwege het conflict met de Palestijnen. Je kan het zo goed begrijpen. Mijn bevrijding wordt mijn schuld.
Over drie weken is het Prinsjesdag, altijd mooi om te zien vanwege de nostalgie omdat ik er met de Grenadiers bij was in 1976. De plannen worden tegenwoordig al besproken voor ze de kans hebben om uit te lekken. We gaan het minimumloon verhogen, maar ik kan daar nog niets over zeggen, want het zit in de Prinsjesdag papers. Dat is een mooi pakket, we doen ons best om de klappen zo goed mogelijk op te vangen daar waar het nodig is. Mooie woorden, maar ondertussen duurt het nog vier maanden voordat het 1 januari is en in vier maanden kunnen schulden van minima torenhoog oplopen. Wat kun je doen? Nou, het gas en de benzine goedkoper maken. Daar is het mee begonnen. Eenvoud is niet iedereen gegeven. Schaam je niet als je nu opeens de energierekening niet meer kan betalen en zoek hulp.
Morgen is de grote rommelmarkt van Monnickendam na drie jaar eindelijk weer terug. Ik ben er bij sinds 2003 of 4 of 5. Ik weet het niet, maar het is zeker dat Lief en ik om negen uur aan de hekken staan. We zoeken nog een mooi krukje voor bij de secretaire op onze slaapkamer. Misschien heb je iets gezien. Hoeveel boeken en platen mag ik meenemen? Wat is dat toch dat boeken nieuw zo duur en tweedehands zo goedkoop zijn? Eén keer lezen en de prijs keldert zoals je zou willen dat de gasprijs en de benzine – ach laat maar. Waarom winnen Pé en Erwin elk jaar een taart en wij nooit?
Ate Vegter, 2 september 2022

