Die Annie Ernaux, dat is me er eentje: alle beelden zullen verdwijnen zegt ze en vervolgens haalt ze haar herinneringen op en beschrijft ze alle beelden die ze nog weet, zowel persoonlijk, heel persoonlijk, als publiek. Het is prachtig om te lezen, maar het is wel jammer dat het over Frankrijk gaat, want bijvoorbeeld al die Franse merken die hadden wij niet.
Wij hadden Vim als schuurpoeder en in de jaren vijftig had je ook nog Ata. Doe uw voordeel met Vim en uw achterdeel met Ata, zeiden wij dan. Je had stroop van de Zeeuwsche Boerin die nog gewoon in een kartonnen beker zat met een kartonnen deksel, die op den duur zo onder de stroop zat, dat je er geen boterham meer mee kon smeren zonder vieze vingers te krijgen. We hadden Planta margarine, dat door een gifschandaal onderuitging en later weer terugkwam als Brio en nog later als Bertolli in een flesje.
We hadden bleke blokkaas van Eyssink. Die vond ik niet lekker, maar er was niks anders, behalve als mijn vader gele kaas gekocht had. Zo noemden we toen gewone kaas: gele kaas: ‘Heb je gele kaas gekocht, pa?’ ‘Ja jongen, bij de mixer onder het blauwe aanrecht.’ Hij verstopte het (voor mijn moeder?), maar vertelde iedereen waar het lag en verstopte het bovendien altijd op dezelfde plek, bij de mixer onder het blauwe aanrecht. Wij hadden tegenover het gewone aanrecht een blauw kunststof aanrecht waarvan de kleppen omhoog konden. Rete-modern voor die tijd. Rechts stond de mixer, waar we ook de koffie mee maalden en waar ik nog een keer flink mijn vinger aan opengehaald heb, omdat ik wilde voelen hoe scherp het mes was als het draaide, zodat ik met mevrouw Matze naar dokter Bleeker aan de overkant van de Ringdijk moest, die het ter plekke hechtte.
Links stond de snijmachine voor de blokkaas en de gele kaas, al sneden mijn vader en ik de gele kaas het liefst met de hand en aten we die het liefst op roggebrood. De snijmachine gebruikten we ook voor de boterhamworst, gekocht bij Gebrs. De Jong op de Goudsesingel, in een lang blik, waarvan we de ene kant openmaakten en met een klein gaatje aan de andere kant schoof je de boterhamworst zo naar buiten en legde je hem ter onthoofding op de snijmachine, waarbij je zelf de dikte van de plakken kon instellen, maar dat was al in Rotterdam. Mijn jongste jaren in Apeldoorn gingen daar nog aan vooraf. Dat was de oertijd, die zomaar op een zonnige dag verdween in een hele grote verhuiswagen van H.Vos Verhuizingen. Ik zie die gasten nog geregeld rijden en dan voel ik iedere keer opnieuw hoe ik losgescheurd werd van mijn jongste kindertijd en in een groot, nieuw avontuur gedonderd werd.
Ate Vegter, 9 oktober 2022
