2693 Alle beelden verdwijnen 6

Hij hoopte maar dat ze hem niet zou vragen ook even te hoepelen, want hij bakte daar niks van. Zelfs de simpele motoriek van de felle heupbewegingen stond hem tegen. Het was ook veel te warm voor jongens om te hoepelen.

Maar Olga begon niet over het hoepelen: ‘Jullie gaan verhuizen, hè?’ ‘Ja, zaterdag 1 juli zijn we plijtos roterodamos. Hoe weet jij dat?’ ‘Van je zus, die heeft het verteld.’ Hij wist dat Olga vaak met zijn zusje optrok en had al wel zoiets verwacht: ‘Nou dan hoef ik het je niet meer te vertellen. Ik zal je wel missen.’ ‘Hoe weet je dat nou? Je bent nog niet eens weg.’ ‘Nee, maar ik ga niet meer terug naar school en die mis ik nu ook al. Ik mis gewoon heel gauw iets dat weg is. Ik hou niet van nieuwe dingen. Ik moet daar naar een ander huis en een andere school en weet je wat zo erg is? Iedereen vindt het leuk, maar ik niet. Ik hou niet van verandering. Ik wil dat alles altijd hetzelfde blijft. Ik wil hier blijven in Apeldoorn, met de Zwolseweg en de Grote Kerk en schaatsen in het Prinsenpark en de markt op zaterdag en de kerk op zondag en de bossen in de vakantie en het paleis voor soms. Dat hebben ze daar allemaal niet. Daar hebben ze alleen de haven. En we hebben daar ook nog een heel klein kippentuintje!’ Dat had zijn broer gezegd, wat die was een keer met zijn vader mee geweest naar Rotterdam.

‘Nou ja, weet je, het zal wel meevallen. Je zult je er best vermaken en anders kom je maar een keer logeren.’ En met die woorden ging Olga weer hoepelen. ‘Ja, dat zal mijn moeder leuk vinden!’ riep hij nog, maar hij was Olga al vergeten toen hij het grindpad opliep, de tuin in, waar de zon door de bladeren van de perenbomen scheen op het groenste gras ooit. Even bleef hij staan kijken en liep toen de bijkeuken in, waar de wasmachine met wringer stond en de uitpuilende schoenenkast. Hij greep met beide handen de rand van de wasmachine en keek in de roestvrijstalen bak. Links zat het levenswiel, dat alleen draaide wanneer  je het niet zag. Wanneer zijn moeder de was in de machine had gedaan en de bak volliep met water, ja, dan pas begon het wiel te draaien en het water te kolken, de was als onwillige jongens ronddraaiend in een ademloze cirkel, als een goddelijke straf voor al hun kwajongensstreken. En hij zag zijn moeder met een houten stok in de was porren alsof ze de jongens wilde aanmoedigen, maar het wrekende wiel, de oorzaak van alles, zag je nooit draaien.

Ate Vegter, 16 oktober 2022

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s