2718 Alle beelden verdwijnen 11

Hij zou in de loop der jaren nog heel vaak op de jachthaven komen, op de fiets vanuit school of lopend van huis en altijd weer zou hij met enige trots het grote hek passeren met daar op de tekst Jachtwerf Jan Joet, waarbij hij altijd stilletjes genoot van de alliteratie. Vandaag liep hij jaren nadat hij er voor eerst geweest was opnieuw langs al die huizen die hem zo vertrouwd waren geworden.

Het huis van de buren, waar ooit de familie Troost gewoond had en waar de zware gordijnen dicht gingen toen de oude Troost was overleden. Waar hij met zijn vader in het donkere huis de weduwe ging condoleren, zijn moeder was waarschijnlijk overdag al even langs geweest, en waar ze een paar maanden later, toen zij ging verhuizen, de cokes uit de kelder mochten scheppen en overbrengen naar hun eigen kolenhok in het schuurtje, waar ze een hele spannende avond mee bezig waren geweest. Waar toen de dochter van Troost met haar man Hoogeboom en hun vier kinderen kwamen wonen. De dochter die kinderarts was en die mijn moeder zeer bewonderde, de schoonzoon die binnenhuisarchitect was, waardoor het hele donkere huis in één klap als door de bliksem getroffen in het licht werd gezet als nooit tevoren met strakke meubels in de lichtste grijstinten ooit. Waar zijn zusje voor het leven bevriend raakte met de  jongste dochter.

Dan om het hoekje de familie Van Kralingen met hun twee grote nog inwonende dochters, die vaak achterin de tuin in de zon zaten en die hij toen hij een keer net uit zijn zolderraam keek met elkaar zag kletsen, toen plotseling een van hen om zich heen keek en haar rok heel hoog optrok om aan haar zus iets onduidelijks hoog op haar bovenbeen te laten zien, zodat hij vlak voordat hij schielijk zijn hoofd terugtrok nog net met zekerheid de kleur van haar onderbroekje kon vaststellen.

De twee dochters die samen een rode Fiat 850 hadden, die hij elke twee weken mocht wassen tegen betaling van twee gulden en die hij mocht blijven wassen toen ze een paar jaar later verhuisd waren naar een grote bungalow op een hoek in de Sweelincklaan, diep in Hillegersberg en waar hij tot zijn eigen verbazing ook vaak het gras mocht maaien op een echte zitmaaier. Gelukkiger kon je eigenlijk niet zijn.

Daarnaast het eenvoudig ingerichte huis van de familie van Schaken, een rustige man met een vrolijke, uitgelaten vrouw, die later een vriendschap met zijn moeder ontwikkelde en waar hij een week lang op het huis mocht passen toen hij overleden was en zij er een weekje tussenuit ging naar Spanje. In dat grote echtelijke bed in die kale, koele slaapkamer waarvan de ramen uitzicht gaven op hun eigen tuin, daar tussen die lakens had hij ademloos en opgewonden voor het eerst Turks Fruit gelezen, dat hij op advies van en met de broer van zijn eerste schoonzusje ooit in de Bijenkorf gekocht had, waar het in enorme stapels werd aangeboden. Die mevrouw Van Schaken, die toen hij later zonder werk zat had gezegd dat hij wel bij haar zoons kon werken bij de Bo-Rent in Amsterdam, een baan die in de hemel gesmeed leek, maar die op aarde toch niet van de grond kwam.

Daarnaast de familie Stuyvesant, waarmee ze in het begin veel contact hadden, maar dat toch verliep toen de grote jongens daar het uit huis gingen en daarnaast dan het huis van Kirsten Visser, het liefste meisje ooit, waar hij altijd mee kon kletsen en wandelen en waar hij alles mee deelde wat er maar in het leven te bepraten was en waarbij ze, hoe jong ze ook waren, voor het eerst liefde voelden die uit je tenen kwam en dan zo uit je haren naar boven vloog terwijl ze dan het gevoel hadden dat die warme stroom overal langs geweest was om dan te betijen tot een rustige, aangename aanwezigheid, waarin ze met zijn tweeën één waren en niet meer hoefde te praten, wat alles zegde. Dat huis werd hem meer vertrouwd dan ooit en werd zijn eerste toevluchtsoord wanneer het thuis niet meer te harden was. En juist Kirsten verhuisde met haar familie na een paar jaar plotseling en zonder enig spoor of adres achter te laten naar een onbekende bestemming en voor altijd zou zij verdwijnen uit zijn leven, terwijl ze tot op de huidige dag was achtergebleven in zijn hart, voor eeuwig onbereikbaar en altijd aanwezig zonder haar te kunnen vergeten.

Daarnaast het huis van mevrouw Broeks, waar hij op Prinsjesdag naar de Troonrede mocht kijken toen ze zelf nog geen televisie hadden en die altijd veel kaarten en Kinderpostzegels van hem afnam en van wie hij altijd met haar Airedale Terriër Nobby mocht wandelen, wat hij maar al te graag deed.

Zo liep hij dan talloze malen naar het grote hek van de Jachtwerf langs al die huizen met hun verhalen die in de loop van de jaren steeds maar toenamen tot hij zelf van deze aardbodem verdween en verhuisde naar elders, waar hij alles bewaarde in zijn hart.

Ate Vegter, 9 november 2022

Ter herinnering aan Piet Voet en de families Schroot, Hoogeveen, Van Klaveren, Van Schaick, Van Stuijvenberg, Visser en Roeks met Nobby. De doden zijn bevrijd van het leven.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s