Ik droom dat ik op mijn werk ben, maar het is wel heel anders. Het is dezelfde leidinggevende en ik herken ook de omgeving als mijn werk maar het gebouw is veel groter en bijna fluïde. Het beweegt door de ruimte als een schilderij van Dali, maar wanneer ik door de gangen loop heb ik daar geen last van. Er zijn geen trappen of liften maar mooie glooiende gangen die overal naartoe leiden. In de kantine staan grote vitrines met kunst en antiek uit verre landen en tijden die we vroeger de Gouden Eeuw noemden. Roofkunst zeggen we nu vanwege de veranderende opvattingen over onze geschiedenis en misschien moet het allemaal wel terug.
Ik kijk mijn ogen uit en zie de beelden tot leven komen die mij in hun eigen taal uitleggen waar ze vandaan komen en hoe ze daar leven. Het lijkt wel Pinksteren want ik kan alles goed verstaan en vraag of ze niet liever terug willen naar hun eigen land in plaats van hier in de kantine van de Dienst Werk en Inkomen, het is nog niet eens een fatsoenlijk historisch museum, een beetje de gids van de dag uit te hangen, maar voor ik hen iets in de mond kan leggen vervloeit alles en loop ik verder, meegolvend met de vloer, en als door een engelachtige Tom Tom geleid ben ik weer op de locatie die ik vroeger mijn werkplek zou noemen. Mijn bureau is vervangen door twee kleine tafeltjes, waar kinderen aan spelen met blokken of klei en ik bedenk dat ik beter eerst even een wandelingetje kan maken, want er zijn nog grote delen van deze nieuwe omgeving die ik niet gezien heb.
Ik pak een gereedstaande brommer en rijd naar buiten door een landschap dat mij aan Limburg doet denken. Zoals je weet is ook Limburg door Dali ontworpen en het is altijd een genoegen er doorheen te rijden. Ik ga mee met de beweging en we rijden door en door en ik zeg we, want achterop zit mijn ex, waarmee ik jaren het leven gedeeld heb en waar ik nu voor het eerst van droom en ze vroeg jaren geleden al een keer wanneer ik over haar, over ons zou schrijven en nu is het dan eindelijk zover en omdat ik zo zit te mijmeren let ik niet op en voordat ik het in de gaten heb zit ik in een geweldige overstroming en het water komt gemakkelijk tot onze knieën, maar we kunnen niet anders dan doorrijden.
Dan bedenk ik dat het een elektrische brommer is die leeg zou kunnen raken en ik zoek snel droge wegen op, die ongelofelijk snel dalen en we storten ons naar beneden langs modderige paden. We vallen bijna en je zou verwachten dat ik nu wakker word, want dat heb je met dromen, maar we komen keurig aan bij een lager gelegen terrein. Ik stap af en mijn ex lost op in de tijd en ik loop de hal in, terug naar mijn werkplek. Ik zie dat zelfs die twee armetierige tafeltjes verdwenen zijn. Het is twaalf uur en ik heb de hele verdere dag niets te doen. Dan word ik wakker. Het is zaterdag. De zon schijnt achter de gordijnen.
Ate Vegter, 28 januari 2023
Dat over Limburg wist ik niet… Prachtig!
Graag Gelezen.
LikeGeliked door 1 persoon