Stabat Mater van Pergolesi is een van de favoriete muziekstukken van Lief. Ze heeft er heel vaak naar geluisterd en kan het wel dromen, maar we hebben het nog nooit samen live gehoord. Nu het wordt uitgevoerd in het Concertgebouw door PRJCT Amsterdam met sopraan Shira Patchornik en countertenor Maarten Engeltjes heb ik kaartjes besteld. Ik breng eerst Piep naar Joy, haar vriendin van school, waar ze zal logeren. Dan rij ik naar P&R Noord, waar ik zo dicht mogelijk bij de uitgang en zoals mijn vader met de neus naar voren parkeer, zodat we straks snel weg kunnen.
In de metro is het spitsuur en ik val midden in de groepjes collega’s met hun werkgesprekken. Ik mis dat werken en die sociale omgeving eigenlijk wel af en toe, maar ben ook blij dat al dat gedoe in het verleden ligt. Opgelucht stap ik uit. We hebben afgesproken bij Câphé Saîgon aan de IJzijde. Ik ben er als eerste en de ober zegt dat ik alleen cash kan betalen. Ik pin verderop wat geld en loop weer terug. Nu komen we precies gelijk aan en we gaan naar binnen. Lief neemt Pho en ik kip met rijst en saus. We rekenen af. Het is € 51,70 en ik geef hem een biljet van vijftig euro. ‘Het is goed zo,’ zeg ik. Even lijkt hij het te accepteren, maar dan lacht hij. Ik geef hem nog vijf euro en beduid met mijn hand dat het goed is. We lopen door de passage naar het Stationsplein waar de Hare Krishna staat te zingen:
Hare Krishna
Hare Krishna
Krishna Krishna
Hare Hare
Hare Rama
Hare Rama
Rama Rama
Hare Hare
Dat is al een mooi voorprogramma op Stabat Mater. We nemen lijn 2 en ik geniet van de stad. We stappen uit bij het Concertgebouw. We zijn erg vroeg. Ik maak voor Bram een foto van een affiche van De Nieuwe Vermeer en we gaan nog even wat drinken bij café Welling. We nemen een sauvignon blanc en een pinot grigio. Het is er druk en gezellig, met veel ouder publiek. We raken aan de praat met een Deens stel en later nog met een gemengd koppel (NL, GB), die ook naar het Concertgebouw gaan en Stabat Mater nog nooit gehoord hebben. Hier in Welling komen na afloop altijd veel musici. Ik maak een praatje met de barman en die vertelt dat het Concertgebouworkest hier nooit komt, maar dat ze vanaf elf uur handenvol werk hebben wanneer het Nederlands Philharmonisch Orkest speelt. Dat vind ik leuk om te weten.
We lopen terug en zijn nu mooi op tijd voor de rij. We zitten op het balkon, achter het podium op rij 9, stoel 15 en 16. Ik merk dat ik de zojuist opgepikte Wilhelminapepermunt in mijn overjas heb laten zitten, die nu in de garderobe hangt. Voor ons zitten twee vrouwen, waarvan er één een enorme tas bij zich heeft. Ze zet hem op de rugleuning van haar stoel om er iets uit te pakken en ik zeg: ’Wat heb je allemaal niet meegenomen.’ Ze lacht en zegt: ‘Ja, dat zeggen ze allemaal. Nou ja, mijn telefoon, een oplader, een powerbank, een make-uptasje.’ ‘Dat is maar een klein make-uptasje, dat valt me nog mee,’ zeg ik. ‘Ja,’ zegt ze, ‘voor straks na de tranen, dan heb ik het wel nodig. En zakdoeken natuurlijk.’ ‘Ja,’ zeg ik, ‘zakdoeken hebben wij ook bij ons, Stabat Mater, hè. Heb je toevallig ook pepermunt bij je, of dropjes of zoiets?’ Ze rommelt even in haar tas en haalt een pakje Strepsils naar boven: ‘Geen pepermunt of drop, maar wel Strepsils. Wil je?’ Ik knik en ze biedt mij de verpakking aan waaraan ik een Strepsil ontfutsel die nu mijn keel gaat verzachten. Ze glimlacht, draait zich weer om en zet haar tas op de grond.
We zitten aan het gangpad. Zo zien we bij het begin iedereen vlak langs ons lopen. Het begin verrast ons overigens nogal, want dit klinkt helemaal niet als Stabat Mater. Het blijkt dat we voor de pauze luisteren naar liederen van Vivaldi. In de pauze ga ik plassen. Het is druk. Wanneer ik aan de beurt ben, ga ik naar een urinoir. Ik zet mijn voet op de rand en laat de katheterzak leeglopen. Ik draai mij om en kijk naar een rij mannen met ogen op steeltjes. ‘Is dat alles?’ vraagt een van hen. ‘Ja,’ zeg ik, ‘zo makkelijk is het.’
Na de pauze begint het dan echt en het is gelijk raak. De muziek is licht en helder en de zang zuiver. Via de boventiteling lees ik mee over het drama van de lijdende moeder die bij het kruis staat waaraan haar zoon hangt te sterven. Het was mij al eerder opgevallen dat er ook iemand meeliep die op het podium aan een tafeltje in een comfortabele stoel is gaan zitten. Ik herken hem vaag, maar weet niet gelijk wie het is. Na het eerste deel begint hij te lezen. Hij heeft een bijzonder kapsel met een tonsuur van dikke krullen rond een verder kaal hoofd. Daaraan herken ik hem. Het is P.F. Thomése, die fragmenten voorleest uit zijn boek Schaduwkind, over zijn overleden dochtertje. Hij leest mooi, helder, rustig en duidelijk, maar het is hartverscheurend hoe hij het moment van sterven in het ziekenhuis in woorden vat.
Dan gaan we weer terug naar de muziek. Na afloop klinkt er een groot applaus en we staan op. De zangeres loopt naar buiten. Ik loop ook de trap op. Ik hoor Lief nog roepen en ze komt achter mij aan. In de gang merken we dat het nog niet afgelopen is. Nu zien we wat hier allemaal gebeurt met de zaalwachters die de deuren openen en sluiten en een fotograaf die zich voorbereidt op de komst van Maarten en het orkest. De zangeres zit op een bankje. Ze hoest en proest en krijgt een glaasje water aangeboden. Nu gaat het wat beter, maar ze is nog onrustig. Even later is het dan echt afgelopen en komt iedereen naar buiten. Maarten en P.F. blijven met elkaar staan praten en wanneer wij weggaan, complimenteer ik hem in het voorbijgaan met zijn prachtige boeken. We laten ons meevoeren met de stroom, naar de garderobe en naar buiten. Ik neem een Wilhelmina pepermunt.
Nu stappen we weer op lijn 2 en ik check in met mijn bankpasje omdat dat nu kan. Het gaat goed maar uiteindelijk wordt er wel teveel afgeschreven. Niet meer doen. Op het Centraal Station halen we een kroket uit de muur. Er loopt een dakloze rond die vraagt om wat te eten en ik geef hem ook een kroket. Hij mompelt dankjewel, maar kijkt me niet aan. Hij heeft een zwaar bestaan. We gaan naar de Metro, reizen naar Noord en lopen daar door een lange gang naar de P&R. Ik betaal en we rijden naar huis. Lief gaat gelijk slapen en ik kijk nog even naar Jinek en Op1. Dan ga ik ook naar bed.
Vanmorgen wanneer ik wakker word is Lief al naar beneden. Ze heeft koffie gezet ruik ik. Ik lig nog wat te soezen en plotseling mis ik Piep, die uit logeren is. De verschrikkelijk waarheid van Pergolesi, Stabat Mater Maria en P.F. Thomese dringt tot mij door. Ik ril, schud mijn hoofd en stap mijn bed uit. Ik trek mijn kamerjas aan en ga ook naar beneden. Ik neem koffie en begin in de werkkamer te schrijven aan dit stukje.
Ate Vegter, 22 februari 2023
Jaaa, prachtig die Stabat Mater!
Wij luisterden gisteravond naar het Requiem van Faure (cd), ook heel mooi, met name de Cantique de Jean Racine is prachtig! Muziek moet.
LikeGeliked door 1 persoon