Zo’n dertig jaar geleden heb ik zo’n twintig liedjes geschreven. Ik woonde in die tijd een tijdje alleen in Amsterdam en behalve mijn werk had ik niet veel om handen. Ik ging een keer in de week dansen in altijd dezelfde discotheek en dat was het wel zo’n beetje. Ik ben niet echt iemand die gezellig bij andere mensen gaat koffiedrinken en zo. Soms had ik een vriendinnetje en dan ging het al gauw weer een stuk beter met mij (Genesis 2:18). En als het dan uit was schreef ik liedjes over haar.
Ik schreef al vanaf heel jong gedichten, altijd als het weer eens uit was. Mijn eenzame jongenskamer vulde zich gemakkelijk met liefdesverdriet en de drakerige, lamlendige liefdesgedichten vol zelfmedelijden kropen met verbazend gemak uit mijn pen. Schrijven is altijd een soort catharsis. Het gaat niet om het teruglezen, maar om het proces van schrijven zelf. Voor die liedjes geldt min of meer het zelfde, lees maar:
Het is zo moeilijk om aan jou te denken Am G Am
Soms ben ik alle beelden kwijt Am G Am
Maar onmogelijk om je te vergeten Am G Am
Het nu vermengt zich met verleden tijd E E7 Am
We hebben zoveel jaar gezocht en
Veel gevonden veel gemist
We hebben zoveel jaar gevochten
De jaren lijken uitgewist
Liefde is sterk D Am
liefde is sterk D Am
Liefde is sterk in je hart D F Am
In je hart E
Daar is alle hoop verloren en zwelgt de dichter zonder enige zelfspot in zijn persoonlijke verdriet en dan ben ik nog niet eens halverwege. Hier is geen nieuwe Marco B. aan het werk, maar het is ook wel weer jammer om die liedjes ook de komende dertig jaar in mijn bureau te laten liggen, waar ik ze onlangs tegenkwam. Ik schreef ze zo lang geleden dat ze niet eens in mijn computer staan, maar ik ga ze de komende dagen publiceren op mijn gedichtensite www.1001gedichten.wordpress.com. Sla ze gerust over. Ik doe het alleen voor de zaak van de geschiedenis en dat ik de papieren versie kan weggooien.
Ate Vegter, 24 maart 2023