889 Meneer Brouwer kijkt rond

Meneer Brouwer was een heel gewone man. Zo’n gewone man waar je er tegenwoordig nog maar weinig van ziet, want iedereen is nu bijzonder en wie dat niet is die voelt zich wel bijzonder. Meneer Brouwer had daar allemaal geen last van. Hij was zo normaal als het water diep is. Dat zei zijn moeder vroeger al en dat wist hij nog goed, want hij hield heel veel van zijn moeder, zoals alle normale mensen van hun moeder houden.

Hij droeg heel gewone kleren, echt nooit wat bijzonders en hij had ook nooit een baard of een snor gehad of een bril, want dat vond hij allemaal maar onzin en mooimakerij voor toneelspelers. Daarmee schoffeerde hij de mensen die een baard en een snor en bril nodig hebben wel enigszins, maar meneer Brouwer had helemaal niet de intentie om wie dan ook te schofferen en bovendien vergaf iedereen het hem. Hij was het liefst op zichzelf en dat kwam goed uit, want hij woonde alleen en dat beviel hem prima. Hij had wel een poes, dat moet wel gezegd en dat vond hij ook heel gezellig, want een poes kan spinnen en de poes van meneer Brouwer was op die regel geen uitzondering. Meneer Brouwer vond het ook helemaal niet erg om wat aandacht aan de poes te geven om haar, want het was een vrouwtje, zo tot spinnen te verleiden. Je zou kunnen zeggen dat meneer Brouwer en zijn poes het goed met elkaar konden vinden. Dat ging allemaal vanzelf, zoals alles in het leven van meneer Brouwer vanzelf ging. Hij noemde haar Poes, want een naam verzinnen voor een beest dat vond meneer Brouwer maar aanstellerij en je begrijpt inmiddels wel dat hij daar niet van hield.

Meneer Brouwer had verder een brede belangstelling maar geen hobbies. Hij had er misschien geen hekel aan om hobbies te hebben, maar het interesseerde hem gewoon niet. Hij mocht graag van alles verzamelen, maar hij gaf het ook gemakkelijk weer weg. Als iemand ook maar naar iets keek of op een andere manier liet blijken er wel belangstelling voor te hebben, dan gaf hij het al aan je. Bij wijze van spreken dan hè, want meneer Brouwer was natuurlijk niet gek, laat ik daar duidelijk over zijn. Je zou wel kunnen zeggen dat hij gul en goedhartig was, maar hij besefte dat eigenlijk niet en hij vond dat al helemaal niet bijzonder, want hij gaf niks om dingen en bovendien vond hij nergens wat van. Hij kon ook uren rustig thuis zitten zonder dat het hem ging vervelen, maar soms greep de stilte hem aan, dat moet ik wel zeggen. Dan zette hij wat muziek op, of wanneer de hele thuissituatie hem teveel werd, dan ging hij wandelen op het Hemmeland. Daar kon hij erg van genieten. Hij maakte dan een praatje met de mensen die hun hond uitlieten en was dan heel blij dat hij zelf geen hond had en hij keek ook graag naar de hardlopers in het besef dat hij rustig kon blijven wandelen en toch altijd op tijd thuis was. Er was immers niemand die zei dat hij te laat was.

Hij ging ook graag met zijn autootje naar Amsterdam, maar dat was toch meer de uitzondering dan de regel, want regels daar hield meneer Brouwer niet zo van. Dat zou hem overigens nog ernstig in de problemen brengen, maar daar had hij nu nog geen idee van.

Ate Vegter, 24 december 2017
www.atevegter.wordpress.com

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s