‘Ho! Stop! Kijk!’ Ik wijs naar voren. Na vier uur rijden zijn we bij de kust aangekomen en zien we de weg in het water van de Keltische Zee verdwijnen. Nu snap ik ook al die geparkeerde auto’s. Een vriendelijke man legt uit dat het nog vier uur duurt voordat het droogvalt. Hij raadt ons aan via de brug te rijden en wijst in de verte, waar we een fraaie boog zien. We keren om en volgen de deviation. De brug is hoog, op het eiland is het druk en het is nog een hele toer om de camping te vinden, want het opgegeven adres leidt naar een bungalowpark met oudere Franse heren die maar al te graag uitleggen waar je bent en waar je naar toe moet.
We volgen de aanwijzingen en daar zien we de vertrouwde groene kleur met het kenmerkende handschrift van Huttopia Noirmoutier. We schrijven ons in en krijgen alles uitgelegd. De regels zijn overal hetzelfde, maar hier maken ze wat meer reclame voor de door hen georganiseerde activité. We rijden naar onze plek en overleggen hoe we de caravan zullen plaatsen. Opeens hoor ik een heldere stem als van een engel in het Engels door de lucht klateren, dat ze nu nog niet dronken zijn en ons wel willen helpen de caravan met de hand te verplaatsen. Het is Olaf, een engineer, zoals hij later vertelt, en een Duitser, zoals ik hoor wanneer hij met z’n zoon praat. Hij heeft nog veel andere oplossingen voor problemen die zich niet voordoen in de aanbieding en zo verglijdt de tijd. Ik overleg met Lief en onder toezicht van steeds meer bier drinkende mannen zet ik de caravan zo dicht als mogelijk is bij de standplaats, koppel hem los en biedt hem aan: ‘It’s yours!’
Olaf, Dieter und Kameraden zetten alles keurig op z’n plek en Olaf begint al aan het neuswiel te draaien. Ik ben te nieuwsgierig om hem te stoppen: hoever zal hij gaan en bovendien houden we al doende een aangename conversatie gaande in afwisselend Engels en Duits. Hij haalt een waterpasje en samen zetten we alles horizontaal en dan pas ziet hij de waterpasjes op de dissel. Ik parkeer de Volvo en hij raadt mij aan zo lang mogelijk in deze Volvo te blijven rijden: ‘Het zijn de beste motoren!’ Dan vraagt hij naar de Vegter-logo’s op de achterkant. Ik leg uit dat het Vegters zijn, net als ik en dat een Vegter een waiter is, niet als in een bar, maar langs de weg, een watchman, met een lamp voor de goede mensen en een boemboem voor de slechte mensen. Nu lachen ze allemaal en hebben ze opeens weer bier in de hand, ik sla hun biertje af en leg uit dat ik niet drink, alleen wijn en bier zonder alcohol en water en koffie. ‘Ook zonder alcohol,’ vult Olaf aan en ik knik. Hij begrijpt mij.
Hij heeft nog een aardige oplossing voor een ontbrekende veer van de stormbanden. Hij zet het vast met een geupcycled materiaal met wat ruimte ertussen zodat je profijt hebt van de rek. Hij geeft mij de rest van het rolletje en legt ondertussen het verschil uit tussen recyclen en upcyclen. Dan vertelt hij hoe hij de kraan van het water vastzet met een stukje fietsband. Wanneer Piep slaperig uit de auto kruipt is hij verbijsterd: ‘Dat is je dochter? Waar was ze al die tijd?’ Ik zeg: ‘Ja, in de auto, dat is Piep en dat is Lief, mijn vrouw en ik ben Ate.’ ‘Arthur?’ ‘Nee, Ate, A T E.’ ‘Ate,’ zegt hij dan en proeft de naam. ‘Ik ben Olaf,’ zegt hij dan. ‘Ah! Olof Palme, Olaf J. de Landell, je bent een goeie gast met zo’n naam,’ zeg ik. Hij lacht verlegen en vertelt mij dat hij de vuilwatertank zelfreinigend heeft gemaakt door een gaatje in de bodem te boren. Ik kijk hem bestraffend aan.
Wanneer Lief het tentje heeft opgezet zegt hij: ‘Daar slaapt je dochter in.’ ‘Nee,’ zeg ik, ‘daar slaapt mijn vrouw.’ ‘O, ze snurkt!’ zegt hij. Ik lach en ik zeg: ‘Nee, ze slaapt graag in het donker en de tent is lichtdicht. Nu weet je al onze geheimen.’ Hij blijft nog een beetje om ons heen hangen, maar ik vind het ook wel grappig. Hij vertelt over zijn vijand die even verderop staat en die met een quad naar de wc gaat. Ik sta precies tussen hen in. We nemen nog wat trivialiteiten door over water, stroom en afval en kamperen in het algemeen en dan gaat hij weer weg. Even later loop ik naar de zee die hier vijftig meter vandaan is en zie ik hem fietsen op een museumstuk. Wanneer ik weer terug ben bij de caravan, vind ik de veer van de stormband in mijn broekzak.
Ate Vegter, 23 juli 2021
Moord. Het moordverhaal:
www.atevegter.wordpress.com/238

